Sinds de opkomst van de creditcard in de jaren vijftig en zestig wachtten miljarden Amerikanen niet met uit eten gaan of een nieuwe televisie aanschaffen op de dag dat hun loon binnenkwam, maar gebruikten zij krediet om hun wensen te bevredigen. Consumentenuitgaven stuwden tientallen jaren als geen andere factor de Amerikaanse economische groei.Beleggen op de beurs en de naar het scheen ongebreidelde stijging van de huizenprijzen boden de afgelopen jaren nog meer mogelijkheden om de eigen inkomsten flink op te schroeven. Sparen leek er niet meer bij. Terwijl in 1984 Amerikanen gemiddeld nog een tiende van hun inkomen opspaarden, is het spaarsaldo nu licht negatief. Amerikanen geven gemiddeld meer uit dan hun besteedbare inkomen.

Maar de tijden van uitgeven zonder in de portemonnee te kijken, lijken voorbij. Vooral voor mensen die veel geld ’uit’ hun huis hebben gehaald door extra of hogere hypotheken te nemen, „is het spel over”, aldus econoom Mark Zandi. De hypotheekcrisis heeft niet alleen het besteedbare inkomen van miljoenen Amerikanen drastisch naar beneden gebracht. Doordat de crisis zo’n sterke invloed heeft gehad op de financiële sector, is krediet duur en schaars geworden.