Eenvoudig vindt Lankamp afscheid nemen niet. Op zijn eerste vrije dag, afgelopen vrijdag, was hij al weer te vinden op zijn oude werkplek. De zoon van een bevriende trouwambtenaar trouwde en vroeg of de Rijssenaar gastheer wilde zijn op het stadhuis. Dat Lankamp toch een punt achter zijn carrière zet, heeft te maken met het feit dat hij gebruik kan maken van een goede VUT-regeling. „Er werd mij verteld dat dat misschien over een halfjaar wel eens anders kan zijn.”Lankamp begint op 13 oktober 1975 bij de gemeente Rijssen als vrachtwagenchauffeur. „Ik zat in de transportsector en was van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat van huis. Ik zag mijn kinderen bijna niet.” In dienst van de gemeente reed de Rijssenaar ruim veertien jaar op allerlei voertuigen, zoals transportwagens, veegmachines en vuilniswagens.

Als hij in 1987 last krijgt van een hernia solliciteert hij naar de functie van gemeentebode. Een behoorlijke verandering, constateert hij achteraf. „Ik zat de hele dag binnen. Bovendien verschilde de mentaliteit in het gemeentehuis van die op de werf. Politici hebben andere humor.”

Het poetsen van de fiets van burgemeester Smit is de eerste klus van Lankamp. „Een echte heer”, zo beschrijft de Twentenaar de burgervader. „Met zijn verjaardag mocht het personeel hem niet op de trap feliciteren. Afdeling voor afdeling riep hij ons naar zijn kamer.”

Als gemeentebode brengt de Rijssenaar koffie rond, bezorgt hij interne post en verzorgt hij recepties. Ook is hij regelmatig ’s avonds op het stadhuis te vinden tijdens gemeenteraads- en commissievergaderingen. „Je bent eigenlijk het visitekaartje van de gemeente. Ik zorgde altijd dat mijn haar en stropdas goed zaten.”

Zijn meest geliefde bezigheid was het begeleiden van trouwceremonies. „Ik ga graag met mensen om. Vaak zijn bruidsparen nogal zenuwachtig. Dan vind ik het mooi werk om hen een beetje gerust te stellen en ervoor te zorgen dat alles goed verloopt. Laatst sprak ik nog iemand die zei: „Ik ben blij dat jij er was op mijn trouwdag.” Dat vind ik een prachtig compliment.”

Het bezoek van koningin Beatrix in 1998 ligt de oud-gemeentebode nog vers in het geheugen. „Ik ben een echte koningshuisliefhebber, dus ik had het kopje waar de koningin uit gedronken had -haar lippenstift zat er nog aan- mee naar huis genomen. Ik heb het nog steeds in de kast staan, hoewel er van de lippenstift niets meer te zien is.”

Moeilijke kanten aan zijn werk waren er volgens Lankamp vrijwel niet. „Als je jezelf positief opstelt, geeft dat al een heel stuk werkplezier. Het enige wat ik lastig vind, is serveren. Daar ben ik geen held in. Gelukkig ging het over het algemeen goed.”

Dinsdagmiddag houdt Lankamp zijn afscheidsreceptie in het gemeentehuis van Holten. Sommige Rijssenaren voorspellen een ware stormloop. Lankamp grinnikt. „Dat zal wel meevallen. Ik heb me wel altijd gewaardeerd gevoeld als gemeentebode. Omdat ik vaak ’s avonds werkte, had ik veel contacten. Niet alleen met SGP’ers, waar ik op stem, maar ook bijvoorbeeld met PvdA’ers.”

De komende tijd wil de Rijssenaar meer tijd aan zijn hobby’s besteden, zoals tuinieren. Ook maakt Lankamp deel uit van een werkgroep die het plaatselijke dialect op schrift zet. „Er zijn een hoop woorden die veel huidige Rijssenaren niet meer kennen. Het is jammer als die verloren gaan. Rijssens is een prachtig dialect. Tot ver in Duitsland, bij Bremen, kunnen ze je ermee verstaan.”

Zijn collega’s zijn Lankamp voorlopig nog niet kwijt. „Ik zal nog regelmatig even langsgaan op het stadhuis. Niet elke dag hoor, maar gewoon af en toe voor de gezelligheid.”