CGB buigt zich weer over trouwambtenaar
UTRECHT - De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) moet zich weer buigen over het homohuwelijk.
Over twee weken staat er een zitting op de agenda waarin aan de orde komt dat een gemeente heeft geweigerd een trouwambtenaar te benoemen. De sollicitant heeft gewetensbezwaren tegen het sluiten van een huwelijk bij mensen van hetzelfde geslacht.De laatste keer dat de CGB zich over een soortgelijke zaak boog, was in 2002 de kwestie rond Nynke Eringa, de buitengewone trouwambtenaar van de gemeente Leeuwarden die weigerde homostellen te trouwen. Toen bepaalde de commissie naar aanleiding van het eerdere ontslag van Eringa door de gemeente Leeuwarden, dat het niet objectief gerechtvaardigd is om trouwambtenaren te laten verklaren dat ze alle huwelijken willen voltrekken. „Een indirect onderscheid op grond van godsdienst”, oordeelde de commissie op 15 maart 2002. Uit een RMU-onderzoek in dat jaar kwam toen naar voren dat ruim honderd gemeentebesturen geen gewetensbezwaarde ambtenaren wilde hebben.
Door het opnemen van een tekst in het regeerakkoord over gewetensbezwaarde trouwambtenaren ontbrandde vorig jaar de discussie opnieuw. Tijdens een symposium in Utrecht kreeg voorzitter mr. A. G. Castermans van de CGB veel kritiek over de uitspraak in de Eringa-zaak over zich uitgstort. De commissie zou zich in de juridische nesten hebben gewerkt.
De Utrechtse hoogleraar Titia Loenen betoogde in haar lezing, gewijd aan het gelijkheidsbeginsel, dat er sprake is van een hellend vlak: „Want wat doet de commissie als zich een islamitische ambtenaar aandient die weigert het huwelijk tussen een moslim en niet-moslim te sluiten omdat dat tegen de Koran is?”