„De kerk is per definitie gericht op de wereld”
APELDOORN - De uitdrukking ”missionaire gemeente” is een pleonasme en dient vermeden te worden, stelt drs. J. van Mulligen. „De belijdenis spreekt over het bewaren en vermeerderen van de kerk, maar dat bewaren is uiteindelijk dienstbaar aan het vermeerderen. De kerk is per definitie gericht op de wereld.”
Deputaten zending van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) belegden vrijdag in Apeldoorn een symposium met als thema ”Zending, een wereldwijde uitdaging!” Aanleiding was onder meer het komen en gaan van enkele zendingsdeputaten, het tachtigjarig bestaan van de zending van de CGK en het afscheid van prof. dr. P. J. (Flip) Buys, leider van het Mukhanyo Theological College te KwaNdebele in Zuid-Afrika, dat door de CGK gesteund wordt.De emeritus predikant ds. J. van Mulligen (onlangs nam hij afscheid als zendingsdeputaat) liet aan de hand van de Psalmen zien hoe missionair gericht deze zijn, gezien de vele keren dat er sprake is van de ”volken” en de ”aarde”. „De Psalmen belijden God als Schepper, Eigenaar en Koning van heel de aarde. Hij heeft het recht om te oordelen, macht uit te oefenen, de volken te richten. Een psalmenzingende gemeente, die weet wat ze zingt, is zich steeds weer opnieuw van haar missionaire karakter bewust.”
Zending blijft een uitdaging voor alle tijden. „En naarmate de tijden zich toespitsen, zullen we haast moeten maken. Naarmate we de jongste dag zien naderen zullen kerkelijke begrotingen ten gunste van de zending ruimer en royaler moeten worden. De grote aandacht die we besteden aan het welzijn van ons eigen kerkelijk leven staat op gespannen voet met de indrukwekkende breedte die de Bijbel bladzijde na bladzijde toont.”
Iedere vorm van heilsegoïsme strijdt met het heil en de rijkdom van het Evangelie van Christus, aldus Van Mulligen. „Zending heeft nooit grenzen gekend, en die zullen er tot aan de wederkomst ook niet zijn. Kerk en theologie, gemeente en synode zullen altijd aan die weidsheid recht moeten doen en aan de opdracht van Christus in beleid en uitvoering prioriteit moeten geven.”
Gereformeerde zending in een andere wereld, was het thema van de bijdrage van prof. Buys. Er is een globaliserende wereld ontstaan, met veel stromen van migranten en vluchtelingen en met een steeds meer stedelijk karakter. Een wereld die lijdt aan honger, armoede, ziekte, en vooral aan aids. „Een van de grootste uitdagingen voor de Afrikaanse kerk is om de in toekomst naar schatting 2 miljoen weeskinderen in Afrika te bereiken voor Jezus Christus. Gebeurt dat niet, dan krijg je wellicht 2 miljoen criminelen.”
Ondanks de vele crises is de wereld rijp voor de verkondiging van het Evangelie. Daarvan is Buys overtuigd. „Europa is postchristelijk, en begint in hoog tempo antichristelijk te worden. Het christendom in Afrika groeit het snelst ter wereld, met 400.000 christenen per jaar. Kerken schieten daar als paddenstoelen uit de grond, maar er is een groot tekort aan opleidingen en aan opgeleide predikanten.”
Zending internationaliseert steeds meer, aldus Buys. Er zijn niet meer zendende en ontvangende landen, maar zendelingen komen van overal en nergens en gaan overal naar toe. Steeds meer plaatselijke kerken gaan om de traditionele zendingsorganisaties heen en zenden direct uit. Kortetermijnzending is erg populair. Zij verrijkt en verandert het leven van de deelnemers, maar heeft als negatief effect dat het slechts een tijdelijke impact heeft.”
Drs. J. van ’t Spijker, de nieuwe docent missiologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) en in het verleden werkzaam in Mozambique, stelde dat de boodschap van een predikant van de inheemse cultuur veel meer zeggingskracht heeft dan van een westerse.
Zendingsconsulent ds. A. Hilbers zette de nieuwe strategie van de CGK-zending uiteen: elke gemeente krijgt haar eigen (zendings)project. Voorheen was dat elke classis, maar dat werkte onvoldoende, aldus ds. Hilbers. „Hier is sprake van een nieuwe trend, die in de Christelijke Gereformeerde Kerken echter wel oude papieren heeft. De kern van het zendingswerk zat vanouds in de plaatselijke gemeente.”
Er is nu meer contact met de nood in de wereld, meer particulier initiatief, meer kleine hulpvragen en directe betrokkenheid. Diaconaat heeft daarbij de voorkeur.”
De zending van de CGK streeft ernaar om in de periode van 2008 tot 2010 alle 185 kerken actief te krijgen voor 185 projecten.