Minister Hirsch Ballin (Justitie) wil daar verandering in brengen. Hij komt voor de zomer met een plan van aanpak om het aantal afpersingen in het bedrijfsleven terug te dringen.Hirsch Ballin zal in zijn plan ook nadruk leggen op het voorkomen van afpersing. Dat heeft hij donderdag aan de Tweede Kamer geschreven in reactie op een onderzoek dat de aard en omvang van afpersingen in het bedrijfsleven in kaart brengt. Veel ondernemers letten te weinig op de risico’s die ze lopen en de voorzorgsmaatregelen die ze kunnen treffen.

Het onderzoek leert dat jaarlijks minimaal 550 bedrijven geconfronteerd worden met afpersingspraktijken. En de onderzoekers noemen het aannemelijk dat het werkelijke aantal hoger ligt. De politie krijgt elk jaar ongeveer tachtig aangiften binnen van afpersing.

Naast de angst voor represailles en reputatieschade wordt ook een gebrek aan vertrouwen in de politie genoemd als oorzaak van het lage aantal aangiften. In de praktijk blijkt de politie in twee derde van de aangiften onderzoek in te stellen. Dat leidt in de helft van de gevallen tot aanhouding van verdachten.

Hirsch Ballin wil dat zowel bedrijven als politie en justitie een uniforme werkwijze opstellen voor de aanpak van afpersingszaken. Dat moet leiden tot meer aangiften van ondernemers.

Het onderzoek betitelt afpersing in het Nederlandse bedrijfsleven als „een serieus probleem.” Omdat de consequenties van afpersing verstrekkend kunnen zijn, spreken de onderzoekers van een ernstige vorm van criminaliteit.

Detailhandelaren en horecabedrijven lopen vooral het risico slachtoffer te worden van protectieafpersing, waarbij moet worden betaald voor bescherming tegen geweld. Meestal komt de dreiging van geweld in zulke gevallen van de dader zelf. Grote bedrijven in de voedingsindustrie moeten voornamelijk rekening houden met productafpersing. Afpersers dreigen dan bijvoorbeeld voeding te vergiftigen als bedrijven niet met een som geld over de brug komen.