De school moet voor een 16-jarige leerlinge op zoek naar een opleidingsplek op een andere locatie. De leerlinge moet afhaken na aanhoudende bedreigingen en intimidaties door een groep Marokkaanse jongeren van de school.De rel ontstond toen het meisje aangifte deed van diefstal van haar mobiele telefoon door een 20-jarige medescholiere. Toen het slachtoffer en haar moeder voor de politie de dader aanwezen, werden ze door de groep Marokkaanse jongeren zwaar bedreigd en geïntimideerd.

Zadkine heeft het meisje voorgesteld haar opleiding op een andere locatie af te maken. De dader is opgepakt en was een dag later weer thuis. Justitie moet uitmaken of ze straf krijgt, aldus de school.

Donderdag debatteerde de gemeenteraad over het voorval. „De schoolleiding greep veel te laat in en weigerde aanvankelijk zelfs de politie in te schakelen”, aldus Leefbaar Rotterdam. Dat er voor het slachtoffer nu een andere opleidingsplek wordt gezocht, is voor LR een volstrekt onacceptabele situatie. „Hoe vaak komt dit voor?” wilde LR-woordvoerder R. Buijt weten.

Volgens onderwijswethouder L. Geluk zijn scholen niet verplicht dergelijke kwesties naar buiten te brengen. „Nogal logisch”, aldus LR-fractievoorzitter en oud-leraar R. Sörensen. „Er is een enorme concurrentie tussen scholen. Als ze hun ellende naar buiten brengen, kunnen ze het wel schudden.”

Wethouder Geluk wilde in het raadsdebat niet ingaan op dit specifieke geval. De manier waarop het Zadkine met de kwestie omging, noemde hij zorgvuldig. De situatie die R. Buijt schetste, noemde Geluk een karikatuur van de werkelijkheid. LR-raadslid A. S. Mosch zei dat zijn zoon tien jaar geleden bij Zadkine hetzelfde is overkomen. „Het tuig wint. Mijn zoon moest weg. Degenen die hem pestten, bleven. Er is niets veranderd”, zegt hij.

Dat het Zadkine zorgvuldig zou hebben gehandeld, is volgens hem een papieren werkelijkheid. PvdA-fractievoorzitter P. van Heemst wil dat leerlingen op school veilig zijn. Als criminelen hun gang kunnen gaan en slachtoffers naar een andere school moeten, is er volgens hem iets mis. „Daar is het laatste woord nog niet over gezegd”, aldus Van Heemst.