PKN dreigt politieke beweging te worden
De Protestantse Kerk in Nederland tast met haar recente rapport over Israël haar geloofwaardigheid aan. De nota hinkt op twee gedachten, net als veel activiteiten van de kerk, aldus G. A. van der Spek-Begemann.
De werkgroep Vanuit Jeruzalem was op 17 januari uitgenodigd voor de laatste hoorzitting over de zogenaamde IPA-nota (over het conflict tussen Israël, de Palestijnen en Arabieren) van het moderamen van de synode van de PKN.De werkgroep Vanuit Jeruzalem heeft geen kerkelijke status. Hij bestaat uit christenen die zich ten doel hebben gesteld de kerken kritisch te volgen op hun beleid ten aanzien van Israël, waarmee de kerk zegt onopgeefbaar verbonden te zijn.
De werkgroep heeft geconstateerd -en kan met de stukken aantonen- dat de nota innerlijk tegenstrijdig is, omdat in de nota (en ook in de kerk) twee visies botsen die niet tegelijk juist kunnen zijn. Enerzijds is dat de visie van de onopgeefbare verbondenheid met Israël, zoals beleden in onze kerkorde. Anderzijds is dat de visie dat de kerk in het conflict juist partij zou moeten kiezen voor de armsten en de zwaksten (lees: de Palestijnen).
In verband met de laatstgenoemde visie komt de nota met een historisch overzicht. Geschiedschrijving is altijd interpretatie, maar dan wel van de historische feiten. Wat echter te denken van een geschiedschrijving die belangrijke feiten weglaat en andere verdraait, om de geschiedenis aan te passen aan politiek gekleurde ideeën? Is het niet zo dat die geschiedschrijving er zelf nogal gekleurd op staat?
Verschillende groepen die ter hoorzitting zijn geweest getuigen, net als de nota zelf, van inspiratie door juist dergelijke geschiedschrijving.
Een historicus die bijvoorbeeld erg populair is bij EAJG en bij de werkgroep Keerpunt (groepen die ook zijn uitgenodigd voor een hoorzitting), is Ilan Pappe, die -let wel- ronduit heeft verklaard dat „feiten er niet toe doen” en die schrijft dat hij „in dienst van de zwakkeren” (de Palestijnen dus) is.
Niet verwonderlijk dat zijn vakgenoten deze man als historicus allang niet meer serieus nemen. Welnu, zijn ideeën zijn ook doorgedrongen tot Kerk in Actie, het diaconaat van de PKN, dat de vroegere raad voor de verhouding van Kerk en Israël van zijn plaats lijkt te hebben verdrongen.
Kerk in Actie heeft traceerbaar een zeer grote vinger in de pap van de nota. Het diaconaat staat in nauw contact met buitenkerkelijke ngo’s als UCP, genoemd in de nota, terwijl een CIDI-rapport onlangs nog de bedenkelijkheid van deze organisatie heeft aangetoond. De distantie die inmiddels, ten gevolge van veel kritiek, is geschapen tussen Kerk in Actie en UCP berust echter op louter opportunistische gronden (want door de kritiek was de reputatie van Kerk in Actie aan het verslechteren) en is bovendien een wassen neus, door allerlei slagen om de arm, waardoor Kerk in Actie nog net zo vaak kan samenwerken met UCP als gewenst.
De PKN wil, zo lezen we, met de nota „de mening van haar leden vormen.” Dat moet dan toch wel de politieke mening zijn, want het onderwerp is immers een politiek conflict.
Twee kritische vragen zijn daarbij te stellen. Ten eerste: Hoe zal dat ooit lukken als de helaas polariserende kerk hiervoor een innerlijk tegenstrijdig document produceert dat mensen in verwarring brengt? Ten tweede een nog belangrijker vraag: Wat zit er achter de drang om de politieke mening van de PKN-leden te willen vormen? Welke drijfveren spelen hier een rol? Het lijkt wel of de kerk de weg kwijtraakt en niet meer weet welke kant zij uit moet.
Mij dunkt, zij heeft daarvoor toch een betrouwbaar gidsboek in de Bijbel, dat elk vals dilemma uitsluit. Daarmee kunnen de PKN-leden trouwens heel wel zelf hun politieke mening vormen.
De auteur is woordvoerder van de werkgroep Vanuit Jeruzalem.