Voorganger
De Heere Jezus is een voorganger voor Zijn schapen. Niemand is zo’n voorganger voor de schapen als de Heere Jezus voor de Zijne. Hij gaat vooraan, in het front. Dat doet Hij met Zijn leer en waarheid als een regel des levens en een voorbeeld van alle deugden. Hij doet dat met Zijn lijden, zo gewillig, zo gelovig, zo lijdzaam, zo standvastig.Deze Herder is ook een Zaligmaker, Die Zijn schapen kent. Schaapherders kennen hun schapen, het aantal en hun bijzondere hoedanigheden, wat dit of dat voor een schaap is. De Messias is geen herder die Zijn schapen niet kent, maar Hij kent ze door en door: „…Ik ken de Mijnen en word van de Mijnen gekend” (Johannes 10:14). De Heere Jezus kent het gehele getal van Zijn uitverkorenen. Hij kent hen elk in het bijzonder bij naam. Hij kent al hun genade, hoeveel die is, hoe sterk of zwak ze zijn. Hij kent al hun inwendige verdorvenheden en al hun uitwendige zondigheden, struikelingen en vallen. Hij kent al hun verzoekingen en aanvallen van de satan. Hij kent al hun ijver en dienst voor Zijn Naam. Hij kent ook al hun kruislijden en verdrukking voor en om Zijnentwil. Hij weet wie hun die aandoet, op welke plaats en op welke manier. Ja, van alles draagt Hij nauwlettend kennis. Hij geeft hun moed en krachten om dit alles te kunnen dragen.
W. Eversdijk, predikant te Rotterdam (De heerlijkheid des Messias, 1700)