EU zet Turkijke in de wachtkamer
De Europese Commissie lijkt voorlopig niet van plan de Turken hun zin te geven en een datum voor te stellen om onderhandelingen te beginnen over het Turkse EU-lidmaatschap. Volgens Europees commissaris Verheugen (uitbreiding) is het land daar politiek nog niet klaar voor.
De Commissie komt woensdag met aanbevelingen welke van de dertien, meest Oost-Europese kandidaten nagenoeg klaar zijn om in 2004 lid te kunnen worden van de Unie. Turkije geniet sinds eind 1999 die kandidaatstatus, maar het is het enige land waarmee nog toetredingsonderhandelingen moeten beginnen. De regering in Ankara kijkt daarom reikhalzend uit naar de commissievoorstellen.
Maar Verheugen biedt de Turken weinig hoop. Turkije voldoet „beslist” niet aan de politieke toelatingseisen voor het EU-lidmaatschap. En zolang kunnen geen toetredingsonderhandelingen beginnen, stelde de Duitse eurocommissaris deze week in een interview met onder meer het Oostenrijkse persbureau APA.
Ook andere eurocommissarissen zitten op die lijn. De Commissie, die zich afgelopen woensdag voor het eerst boog over de aanbevelingen, wil bovendien de Turkse parlementsverkiezingen van 3 november afwachten voor nieuwe stappen te zetten. Daarom zal zij woensdag niet met een datum voor toetredingsonderhandelingen komen, zeiden donderdag bronnen in Brussel.
Van de andere kandidaten zouden Bulgarije en Roemenië niet hoeven te rekenen op een datum voor het afronden van hun toetredingsonderhandelingen. Wat de andere tien betreft is hun toetreding in 2004 volgens Verheugen een realistische zaak. Het gaat om Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Estland, Letland, Litouwen, Malta en Cyprus.
De zogenoemde landenrapporten van de Commissie vergen overigens nog de goedkeuring van de EU-leiders, die op 24 en 25 oktober in Brussel bijeenkomen. Met hun groene licht kunnen vervolgens de finale onderhandelingen beginnen die half december op een top in Kopenhagen moeten uitmonden in een definitief toetredingsbesluit. Daarvoor moeten echter de lidstaten het ook onderling eens zijn over de vraag hoeveel de uitbreiding mag kosten.
De Ieren vormen een extra risicofactor. Als enigen in de Unie moeten zij nog het verdrag van Nice, dat de bestuurlijke basis legt onder de uitbreiding, goedkeuren. Vorig jaar verwierpen de Ieren ’Nice’. Op 19 oktober is een tweede referendum. Verheugen spreekt van een nachtmerriescenario als het opnieuw ’nee’ wordt, maar ook als de lidstaten het prijskaartje van de uitbreiding niet rondkrijgen. Voor de Duitser lijdt het dan ook geen twijfel dat de laatste hordes naar de uitbreiding te vinden zijn binnen de Unie en niet in de onderhandelingen met de kandidaten.