Puriteinse liefde
Al in de zeventiende eeuw dachten de puriteinen grondig na over het huwelijk, en daarbij schuwden ze niet om met traditionele opvattingen te breken. Zo pleitten ze voor een gelijkwaardige verhouding van man en vrouw, besteedden ze veel aandacht aan de psychologische aspecten van het huwelijk en haalden ze de seksualiteit nadrukkelijk uit de zondige sfeer. Praktisch als ze waren, probeerden ze hun Bijbelse principes consequent door te vertalen naar de weerbarstige werkelijkheid.
Drs. P. den Ouden deed onderzoek naar hun opvattingen over het huwelijk en publiceerde zijn bevindingen in het boek ”Liefde en trouw bij de puriteinen”. Uit de vele kernachtige uitspraken van de puriteinen die hij citeert, wordt op deze pagina een kleine bloemlezing gegeven. Daarnaast plaatsen we, vanwege de theologisch-psychologische insteek van het boek, een recensie van zowel een theoloog als een psycholoog.
Voorlopers van de romantiek
Drs. N. C. van der Voet
De puriteinen komen in hun tijd met verrassend nieuwe opvattingen over huwelijk en seksualiteit. Daarbij ligt de nadruk op de persoonlijke liefde tussen man en vrouw. Tegelijkertijd is die liefde bij hen niet louter gevoel, maar vooral ook: plicht. Het werkelijke fundament van het huwelijk is daarom de trouw tussen beide echtgenoten.
Wat heeft de moderne kijk op huwelijk en seksualiteit te maken met de puriteinen? Niet veel. De puriteinen streefden naar een godzalig huwelijksleven en naar een heilige omgang met seksualiteit. Dat kan bepaald niet gezegd worden van veel mensen in onze tijd. Ze trouwen voor hun genoegen. Als het huwelijk te weinig genoegens oplevert, kan men gemakkelijk met een andere partner verdergaan. De hedendaagse seksualiteitsbeleving staat in het kader van het genot. Dat is bepaald niet puriteins!
Toch heeft het moderne leven meer met de puriteinen te maken dan wij zouden denken. Dat heb ik onder andere geleerd van het boekje ”Liefde en trouw bij de puriteinen” van drs. P. den Ouden. Het komt met name door een zin die drs. Den Ouden terloops neerschrijft. Hij haalt C. S. Lewis aan, die het volgende zegt: „De transformatie van de hoofse liefde in de romantische monogame liefde was grotendeels het werk van de Engelse, om preciezer te zijn: de puriteinse dichters.”
Huwelijksformulier
Tot de Reformatie overheerste de rooms-katholieke visie. Huwelijk en seksualiteit werden gezien als een noodzakelijk kwaad in het belang van de gemeenschap. Daarom was het eerste doel van het huwelijk kinderen te krijgen, het tweede doel seksuele driften in goede banen te leiden en pas het derde doel was het op elkaar betrokken zijn als man en vrouw.
Met de Reformatie verandert de visie. Luther en Calvijn zijn tegen het celibaat en spreken positief over huwelijk en seksualiteit. De puriteinen werken die reformatorische visie verder uit, theologisch en praktisch. Zij hebben meer oog voor man en vrouw als individuen. Het eerste doel van huwelijk en seksualiteit is bij hen dan ook wat altijd het derde was: het verbond tussen man en vrouw. Het samen leven en elkaar dienen op een gelijkwaardige wijze.
Binnen het verbond tussen gelijkwaardige mensen hebben man en vrouw elk hun eigen roeping en taak. Daarin zijn ze niet gelijk. De man is het hoofd. Hij treedt naar buiten. Hij moet zijn vrouw dienen door haar lief te hebben. De vrouw is het lichaam en moet haar man dienen door hem te gehoorzamen. Dat laatste doet ze niet als slavin, maar als regentes. De man is de eindverantwoordelijke en laat veel over aan zijn vrouw. Wanneer er kinderen komen, is dat een zegen van God op het verbond. Het is ook goed dat seksualiteit in het huwelijk haar heilige bedding vindt. We herkennen in de puriteinse visie het oude huwelijksformulier achter uit onze psalmbijbel. Daarover zegt drs. Den Ouden echter niets.
De puriteinen pikken met hun standpunten eigenlijk mee wat in de middeleeuwse hoofse liefde al door de troubadours bezongen is: huwelijk en seksualiteit dienen niet in eerste instantie de gemeenschap (huwelijkspolitiek van edelen; het in stand houden van de mensheid) maar zijn uitdrukking van persoonlijke liefde tussen man en vrouw. Daarmee hebben ze volgens C. S. Lewis de romantiek voorbereid.
De negentiende-eeuwse romantiek is echter in onze tijd ontspoord. Nu willen velen alleen maar weten van individuele gevoelens tussen man en vrouw als basis voor een huwelijk (verliefdheid). En als die gevoelens er niet meer zijn, is daarmee het huwelijk voorbij.
Liefde als plicht
Sinds de tijd van de puriteinen is er dus iets misgegaan. De puriteinen zien de liefde wel als basis van het huwelijk, maar niet de liefde als louter gevoel. Bij hen is het vooral de liefde als plicht. Het werkelijke fundament is daarom niet de liefde, maar de trouw. Het huwelijk wordt gevoed door de liefde en in stand gehouden door de discipline.
Liefde mag niet afhankelijk zijn van gevoel, bezit, status of uiterlijk van de partner. Het liefhebben van elkaar is allereerst gehoorzamen aan God, Die man en vrouw vraagt elkaar te dienen (Efeze 5:21). De liefde tussen man en vrouw is verankerd in God, die hen beiden aan elkaar gegeven heeft. Het is puriteins om te zeggen: zij die niet samen bidden, kunnen niet samen liefhebben.
Dit standpunt van de puriteinen wordt heden ten dage verwoord door bijvoorbeeld Larry Crabb in zijn boek ”Bouwen aan een gelukkig huwelijk”. In een goed huwelijk proberen man en vrouw niet hun eigen verlangens te vervullen. Ze proberen God te dienen door ernaar te zoeken de ander gelukkig te maken, juist als ze elkaar soms niet begrijpen. Hiermee geef ik aan dat de visie van de puriteinen actueel is. Aan die actualiteit mag drs. Den Ouden wel een vervolgstudie wijden.
Kweekplaats van godzaligheid
Huwelijk en seksualiteit zijn de eeuwen door aangelegen thema’s geweest, thema’s waarover niet altijd gelijk is gedacht. In onze tijd staat het klassieke huwelijk tussen één man en één vrouw als unieke ordening van God onder zware druk. Zaak is dat wij in het Bijbelse spoor gaan en ook in dezen het ons toevertrouwde pand zowel in leer als in leven bewaren. Een Bijbelse visie is niet voldoende. Het gaat ook om een Bijbelse praktijk. De Engelse puriteinen waren er diep van overtuigd dat leer en leven een eenheid behoren te vormen.
Dr. P. de Vries
Wijdverbreid is de gedachte dat de puriteinen tegen alle levensvreugde waren en een streng ascetische levenspraktijk voorstonden. Dit beeld beantwoordt echter niet aan de werkelijkheid. Zeker is dat de puriteinse levenshouding ver afstaat van de huidige hedonistische moraal waarbij de zelfontplooiing van de mens als het hoogste goed wordt gezien. Historisch onderzoek laat echter ook zien dat de puriteinen nog radicaler dan de reformatoren braken met de augustijns-thomistische visie op huwelijk en seksualiteit; een visie die eeuwenlang algemeen geaccepteerd was geweest binnen de christelijke kerk.
Kameraden
Het derde deel van de serie Hersteld Hervormde Studies van de hand van drs. P. den Ouden, met als titel ”Liefde en trouw bij de puriteinen” vormt de neerslag van een dergelijk historisch onderzoek. Drs. Den Ouden heeft de geschriften van een aantal puriteinen uit de eerste helft van de zeventiende eeuw doorgenomen om hun visie op huwelijk en seksualiteit scherp te krijgen.
Daaruit blijkt dat de puriteinen nog meer dan de reformatoren het elkaar tot hulp zijn als het eerste doel van het huwelijk zagen en niet het krijgen van kinderen, zoals in de augustijns-thomistische visie het geval was. Man en vrouw zijn als kameraden voor elkaar bedoeld. Over seksualiteit binnen het huwelijk dachten, zo laat het onderzoek zien, de puriteinen voluit positief. Zij wezen nadrukkelijk de gedachte af dat het celibaat een hogere staat was dan het huwelijk, laat staan dat het afzien van geslachtsgemeenschap binnen het huwelijk positief kon worden geduid.
De puriteinen hielden vast aan het verschil in positie tussen man en vrouw. Dan vinden we bij hen ook opvattingen die tijdgebonden waren, bijvoorbeeld dat de vrouw in intellectueel opzicht de mindere zou zijn van de man. Veel opvallender echter -zeker als wij de puriteinen zien binnen de context van hun eigen tijd- is de grote nadruk die zij leggen op de gelijkwaardigheid van man en vrouw.
Zij spreken niet alleen over de plichten van de vrouwen, maar ook van de mannen. In onderscheid met menigeen in de kerkgeschiedenis achtten zij overspel door de man niet minder ernstig dan overspel door de vrouw, maar zelfs ernstiger omdat de man als hoofd van de vrouw een voorbeeld van godzaligheid behoort te zijn. Nadrukkelijk hebben zij de in hun tijd nog altijd verdedigde misstand dat een man zijn vrouw met goede redenen kon slaan, van de hand gewezen.
Navolgenswaardig
Tijdgebonden is weer de opvatting dat een vrouw haar man niet bij zijn voornaam moet aanspreken maar bij zijn achternaam. De voorkeur gaven zij er overigens aan dat een vrouw haar man aansprak met man (”husband”) en een man zijn vrouw met vrouw (”wife”). Actueel is hun zienswijze dat het niet gepast is dat een man andere vrouwen dan zijn eigen vrouw zoent; een wijze van begroeting die in onze samenleving in enkele decennia zeer wijdverbreid is geraakt.
Meer dan tot dusver het geval was, hebben de puriteinen over liefde als het cement van het huwelijk gesproken. Sociologische en economische motieven voor het huwelijk maken zij daaraan ondergeschikt. De liefde is voor hen wel ingebed in de trouw en niet omgekeerd.
Voor de puriteinen was het huwelijk bedoeld als kweekplaats van godzaligheid. Voor hen was het natuurlijke geestelijk en het geestelijke natuurlijk. Daarin zijn de puriteinen nog altijd navolgenswaardig. Het historisch onderzoek van drs. Den Ouden heeft dan ook duidelijk een actuele spits.
N.a.v. ”Liefde en trouw bij de puriteinen”, door drs. P. den Ouden; uitg. Den Hertog, Houten, 2007; ISBN 978 90 331 2084 8; 150 blz.; € 17,50. Herdruk verschijnt over een maand.