Tegen medeverdachte Michel van B. uit Enkhuizen eiste de officier van justitie acht jaar celstraf. Hij wordt verdacht van het medeplegen van diefstal met geweld, de dood ten gevolge hebbend. Keijzer werd op Koninginnedag neergestoken in de gemeente Wervershoof en daarna met een auto overreden. Uit forensisch onderzoek bleek later dat hij aan de gevolgen van dit laatste overleed.

Het 16–jarige slachtoffer had een afspraak met T., aan wie hij cocaïne zou verkopen. Hij was met het tweetal meegegaan in hun auto. Eerder zou de jongen drugs van slechte kwaliteit aan T. hebben verkocht. Volgens de officier van justitie had T. daarom met Pascal nog een appeltje te schillen.

De verdachten legden tegenstrijdige verklaringen af. Zo stelt Van B. dat T. de 16-jarige neerstak en overreed. T. zegt dat hij Pascal alleen een duw gaf. Hij probeerde Pascal overeind te helpen, maar Van B. zou op het lichaam zijn gesprongen. Verder verklaarde hij eerder dat hij hooguit twee keer per ongeluk over het lichaam was gereden. Op de zitting stelde hij echter het slachtoffer niet overreden te hebben. Volgens Panhorst is het verhaal van Van B. het meest geloofwaardig omdat dat het beste overeenstemt met het onderzoek.

De advocaat van T. bepleitte vrijspraak. Hij stelde dat moord of doodslag niet kon worden bewezen.