NFI opnieuw naar Suriname voor decembermoorden
Een delegatie van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) reist aan het einde van dit jaar opnieuw naar Suriname. Daar gaan de deskundigen kijken of de afgesproken voorbereidingen voor technisch onderzoek naar de decembermoorden in Suriname, goed zijn verlopen.
In juni maakten de medewerkers van het NFI al afspraken met de Surinaamse autoriteiten, over wat er eventueel nodig is om assistentie uit Nederland te krijgen. „Je kunt deze reis zien als een technische inventarisatie”, zegt een woordvoerder van het ministerie van Justitie donderdag. Er wordt gekeken of alles gereed is om daadwerkelijk aan het onderzoek te kunnen beginnen.
Op basis van de bevindingen in Suriname zal het NFI beslissen of en op welke wijze ze hulp zal bieden aan het onderzoeksteam daar. De zegsman van Justitie wil niet zeggen wat het NFI eventueel in Suriname gaat onderzoeken.
In Suriname staat het gerechtelijk vooronderzoek naar de moorden van 8 december 1982 onder leiding van rechter-commissaris Albert Ramnewash. Op de bewuste datum martelde en doodde het militaire bewind vijftien tegenstanders in Fort Zeelandia in Paramaribo. Ook de rol van de leider van het militair regime van destijds, Desi Bouterse, wordt in dit onderzoek onder de loep genomen.
In augustus en september is er nog een Surinaamse commissie in Nederland geweest voor het Surinaamse onderzoek. Er zijn hier een aantal verdachten en getuigen gehoord. Op de lijst van verdachten stonden de namen van ex-militairen.
Een van de getuigen van wie een verklaring is afgenomen, is de jurist Andre Haakmat. Hij heeft tijdens de eerste jaren van het militair bewind in Suriname ministersfuncties bekleed. Een andere getuige die de commissie in Nederland heeft ondervraagd, is Renee Reeder. Hij was tijdens de decembermoorden procureur-generaal bij het openbaar ministerie in Suriname en vertrok niet lang daarna naar Nederland.