Dankbaarheid, instemming en bezorgdheid
Dankbaarheid en zorgen zijn de voornaamste ingrediënten van reacties van twee synodeleden op de gereformeerd vrijgemaakte synode van Zuidhorn. Ds. P. L. Voorberg (Emmeloord) staat bekend als een van de behoudendste predikanten. Ds. Jac. Ophoff (Roden) geldt als een meer vooruitstrevend man.
Ds. Voorberg: Terugkijkend op deze synode noteer ik dankbaar de geestelijke eenheid. In de kerken, en dus ook op de synode, lopen meningen wel eens uiteen. Zaken die tien jaar geleden onomstotelijk vaststonden staan ter discussie. Als het ging om omstreden aangelegenheden, bleven we eensgeestes zoeken naar de wil van de Heere. Juist daarin heb ik de verhoring van veel gebeden gezien. Uiteraard hadden niet alle besluiten mijn hartelijke instemming en heb ik hier en daar ook wel zorgen. Welke koers gaan de kerken varen inzake de zondagsrust, echtscheiding en tweede huwelijk? Ook bij de besluiten over de nieuwe gezangenbundel sta ik niet te juichen. In veel goedgekeurde liederen ontmoet ik géén eigentijds en authentiek belijden van het geloof. Er was meer aandacht voor de ”liederenschat van de kerk der eeuwen”.
Zuidhorn was een synode die veel aanzetten gaf voor gemeenteopbouw. Maar het mooiste synodebesluit was het nederigste besluit: verootmoediging, kerkbreed, gepaard met het vaste voornemen samen opnieuw naar de stijl van Gods Koninkrijk te leven!”
Ds. Ophoff zegt goede herinneringen te bewaren aan de momenten van bijbellezing, meditatie, (stil) gebed en samenzang. „Ook denk ik dankbaar aan de vele goede beslissingen. Er was een goede onderlinge sfeer. Niet dat we het altijd eens waren. De afvaardiging in Zuidhorn gaf een betrouwbaar beeld van wat er leeft binnen de kerken. Maar we waren, ondanks verschillen, één in het geloof, één van geest, om samen het goede te zoeken voor de kerken tot eer van God.”
Positief noemt hij de beslissing om in Amsterdam twee evangelisatiepredikanten aan het werk te zetten. „Rond de gezangen uit het Liedboek voor de Kerken toonde de synode niet haar sterkste kant. Een deel van het werk van deputaten werd vanwege de onrust bij sommige kerkleden drie jaar in de ijskast gezet. Met deze beslissing heeft de synode onrust veroorzakend gedrag beloond, terwijl bij de behandeling van de concrete bezwaren tegen 121 gezangen bleek hoe zwak die bezwaren meestal zijn: slechts vier gezangen werden afgevoerd. De negentig nieuwe juich ik toe.”
Groter is mijn teleurstelling over de beslissing dat contacten op plaatselijk niveau tussen de GKV en de NGK niet langer mogen leiden tot kanselruil en gezamenlijke avondmaalsviering. Tenminste, zolang er landelijk geen samensprekingen zijn waarin de kerken elkaar erkennen als kerk van Christus. Hiermee wekt de synode de indruk dat je elke plaatselijke situatie in een landelijk systeem kunt gieten. Zo werkt het in de contacten met de CGK ook niet: ondanks landelijke erkenning zoeken nogal wat CGK-kerken geen contact met een plaatselijke GKV-gemeente. Zowel op het punt van liturgie als op het punt van samensprekingen had de synode (nog) meer moed moeten tonen door de plaatselijke kerken meer beslissingsruimte te geven.