De zure appel van 1967
„Het is voor mij moeilijk er hoogte van te krijgen wat de synode van Zuidhorn betekent voor de relatie met onze Nederlands Gereformeerde Kerken. De grote lijn is beslist dat de contacten in het laatste decennium sterk verbeterd zijn. Dat geldt allereerst lokaal. Ik heb de laatste drie synodes bezocht en ook daar verandering gezien. In Berkel waren wij nog „personen die toelating gevraagd hebben tot de vergadering.” In Leusden waren we broeders naar wie geluisterd werd, ondanks zware kritiek. In Zuidhorn werd vastgelegd dat we over en weer veel van elkaar kunnen leren.
Door die positieve hoofdlijn is wel een flinke kras gehaald door het besluit om plaatselijke eenheid toch weer te verbieden. Toegegeven: de ruimte die de vorige synode hiervoor maakte, was ook inconsequent. Maar dan had de synode kunnen zeggen: We zijn een beetje dom geweest (maar dat komt in de hoogste kringen voor) en dat herroepen we nu.
Maar in plaats daarvan werd beweerd dat de NGK niet deugen en dat het voor de bescherming van de leden der kerken nodig is de mogelijkheid van kanselruil ongedaan te maken omdat onze predikanten misschien wel een ander Evangelie brengen. Ten eerste helpt dat de contacten niet echt. Ten tweede ging het daar niet over. En ten derde is het wel wrang om zo over de zusterkerken te spreken in het licht van de verwarring in eigen kring.
Ten slotte nog de bezinning op de besluiten van 1967 (die tot de kerkscheuring hebben geleid). Deze bezinning vind ik heel goed, erg nodig en zeer moeilijk. Door deze zure appel zal men heen moeten bijten, ook terwille van de eigen toekomst. En wat die contacten betreft: we blijven broeders van hetzelfde huis, ongeacht de wisselende sentimenten van een synode.
Ds. W. Smouter, Nederlands gereformeerd predikant te Ede, is deputaat kerkelijke eenheid.