De Raad voor Cultuur wil dat het onderwijs meer nadruk legt op mediawijsheid: mensen leren bewust, kritisch en actief deel te nemen aan moderne media. Het advies van de raad tot het opleiden van mediacoaches is niet aan dovemansoren gericht. Stichting Reclame Rakkers en Stichting De Kinderconsument startten in september vorig jaar met een dergelijke hbo-cursus, met name bedoeld voor leerkrachten, personeel van mediatheken en medewerkers in de jeugdzorg. Om die reden mag Haasjes zich vanaf morgen gediplomeerd mediacoach noemen.Waarom is een mediacoach nodig?
„Hij moet op school aandacht vragen voor het mediabeleid, het opstellen en naleven van mediaprotocollen. Ook is het de bedoeling dat hij leerlingen leert omgaan met de computer en het mobieltje. Daarnaast moet hij in staat zijn ouderavonden te geven over de omgang met media. Uiteindelijk is het de taak van zo’n coach het thema op de agenda houden.”

Is er niet genoeg aandacht voor het omgaan met moderne media?
„Niet overal is er voldoende bewustwording. De ontwikkelingen gaan zo snel dat het voor de generaties van voor 1980 moeilijk is die bij te houden. Mijn 13-jarige zoon heeft bijvoorbeeld net een iPod. Het lukt hem sneller muzieknummers erop te krijgen dan zijn vader. Ouderen staan snel op technische achterstand. Daarom is het goed dat opvoeders bewust het gesprek met kinderen over media op gang houden, of het nu een vader is met zijn zoon of een docent met zijn leerling.”

U hebt een cursus gevolgd. Hoe kan een doorsnee-ouder dat gesprek op gang houden?
„Dat is inderdaad een probleem. Op een ouderavond kan ik als mediacoach wel praktische tips geven. Niet te snel alleen iets verbieden, maar juist uitleggen waarom iets niet door de beugel kan. Blijf in contact, stel je op de hoogte en kijk mee met je kinderen. En wat ouders misschien niet kunnen, mogen we wel van leerkrachten verwachten. Zij zijn professionals.”

Hebben alleen scholen baat bij een mediacoach?
„Zeker niet. Ook voor bibliotheken is het de vraag wat bezoekers achter de computer mogen doen. Ik hoorde laatst dat er op een school een leerling werd gepest. Het bleek niet vanachter een computer op school of thuis te gebeuren, maar op een pc in de openbare bibliotheek.”