Kerk & religie

„Kerk kan niet om popmuziek heen”

AMERSFOORT - „De kerk kan niet om het ritme van de popmuziek heen. Daarom moet er ruimte gemaakt worden voor andere instrumenten dan het orgel.” Dat zei prof. dr. G. Heitink, emeritus hoogleraar praktische theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Van een medewerker
28 January 2008 08:36Gewijzigd op 14 November 2020 05:29

Prof. Heitink was zaterdag in Amersfoort een van de sprekers op het congres ”Muziek in de kerk”, georganiseerd door het Nederlands Dagblad, het Steunpunt Liturgie, het kerkmuzikale bureau van de deputaatschappen Eredienst en Kerkmuziek van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de onlangs door kerkmusicus en componist Dirk Zwart opgerichte Stichting Nieuwe Kerkmuziek.Prof. Heitink sprak over ”Kerkmuziek in een diverse cultuur”. Volgens hem lijkt de evangelische beweging in bepaalde opzichten beter aan te sluiten bij de veranderende cultuur. Hij noemde het verbazingwekkend hoe het proces van evangelicalisering doorwerkt in de gereformeerde gezindte. Daarin gaat het om een nieuwe liturgische taal, terwijl beamer en beeldscherm een plaats in het liturgisch centrum veroveren en muziekbands en jongerenkoren bloeien.

Niet dat prof. Heitink dat allemaal zo erg vindt. Het gaat hem erom dat er keuzes worden gemaakt. Dat kan zijn: aansluiting zoeken bij de huidige postmoderne cultuur met een pluraliteit van beleving en vele vormen van religiositeit, of het houden bij de grote verhalen en eenheidsidealen van weleer. Blijven we streven naar eenheid in geloven in de zin van eenvormigheid, koekoek één zang, of proberen we ruimte te maken voor verschillen in beleving en deze veelkleurigheid te honoreren in zang en muziek, vroeg Heitink zich af. Hij denkt dat het mogelijk is om identiteit te verbinden met openheid, klassiek met eigentijds, overtuiging met gastvrijheid en spiritualiteit met daadkracht. Of met Ria Borkent te zingen: „God, U houdt van de verschillen, want zo hebt u ons gemaakt.”

Ook Dirk Zwart constateert dat er in de volle breedte van de grote traditionele kerken een toenemende ontwikkeling gaande is om meer plek te geven aan het evangelicale lied. Grif geeft hij toe dat niet iedereen daarmee ingenomen is. „Sommigen verzetten zich ertegen. Anderen dalen enthousiast af van de orgelbank naar de pianokruk.”

Hoe je er ook over denkt, Dirk Zwart pleit ervoor een visie te kiezen of te ontwikkelen en op grond daarvan beleid te maken. Geloven en kerk-zijn kan volgens hem op verschillende manieren. Dat geldt ook voor kerkmuziek. „In de ene gemeente gedijt het opwekkingslied, in de andere hoort men graag vernieuwende kerkmuziek. In de ene gemeente landen de ”Psalmen voor Nu”, in de andere blijft men liever de Geneefse psalmen en enige gezangen zingen”, aldus Dirk Zwart.

Socioloog drs. Wim H. Dekker waarschuwde om van geen van beide een karikatuur te maken. „We kunnen de evangelische beweging met pek en veren de stad uitdragen en de gereformeerde bondsrichting met de eigen uitleg van formulieren en het selectief coupletten uit een psalm plukken gemakkelijk bespottelijk maken. Het gaat erom dat we elkaar ontmoeten in de liturgie.” Wel zei Dekker weinig op te hebben met de televisietaal van nieuwe kerkliederen, waarin we als het ware al zingend bij God op schoot klimmen.

Dat het kerklied vele stijlen kent en met andere instrumenten dan orgel kan worden begeleid, werd in diverse workshops gedemonstreerd. Harry van Wijk, organist van ”De Kandelaar” in Amersfoort, speelt soms samen met een rockpianist, een groep koperblazers en een kleine band. Frank den Bakker, muzikaal eindredacteur bij Psalmen voor Nu, is gekneed in lichte muziek in de kerk, zaterdag begeleid door een praiseband uit de speakers. Dirk Zwart componeert voor zijn gemeentekoor muziek op teksten van onder andere Ria Borkent en Huub Oosterhuis. De Pauluscantorij uit Baarn legt zich toe op het gebruik van minimal music in de Nederlandse kerkmuziek, gecomponeerd door onder andere Bert Matter en Toon Hagen. Jaap Zwart demonstreerde gemeentezangbegeleiding op piano.

De muzikale bijdragen op het congres kwamen voor het overgrote deel uit gereformeerd vrijgemaakte hoek. Volgens ds. W. van der Schee, predikant van de Tituskapel in Amsterdam Zuid-West, kon slechts een klein deel van de gemeenten de tijdens het congres ten gehore gebrachte muziek waarderen. Of zoals ds. G. van Keulen het verwoordde: „Laat er een minimum blijven aan wat de gemeente kent en waarmee ze vertrouwd is. In moeilijke tijden biedt dat troost.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer