Buitenland

Pronk en Suharto: Gezworen vijanden

JAKARTA - Iemand die president Suharto niet gespaard heeft als het gaat om kritiek op zijn beleid, is Jan Pronk. Als minister en voorzitter van de IGGI tergde hij meermalen Suharto met zijn kritische opmerkingen. Totdat Suharto terugsloeg en het contact met Nederland verbrak.

28 January 2008 08:26Gewijzigd op 14 November 2020 05:29

Aan de langdurige ontwikkelingsrelatie tussen Nederland en Indonesië kwam een abrupt eind nadat op 12 november 1991 het Indonesische leger een bloedbad had aangericht op de begraafplaats van Dili, de hoofdstad van Oost-Timor. Het leger opende daar het vuur op een stoet Oost-Timorezen waardoor zo’n 200 mensen omkwamen.Internationale verontwaardiging was het gevolg en: tijdelijke beëindiging van de financiële steun aan Suharto.

De Indonesische president greep dit moment aan om af te rekenen met een oude lastpak, de voormalig kolonisator Nederland -nota bene tot dan toe voorzitter van het ontwikkelingsconsortium van landen en instellingen (IGGI) dat de gelden richting Jakarta sluisde- en in het bijzonder met de man die tegenover niemand een blad voor de mond nam, minister Pronk. Suharto besloot de ontwikkelingsrelatie met Nederland definitief te beëindigen.

Volgens de Nederlandse Indonesiëkenner dr. Nico Schulte Nordholt kende deze afrekening met Pronk een lange aanloop die teruggaat tot in de jaren ’70. In die tijd dwong Pronk met hulp van de Amerikaanse president Carter Suharto de gevangenen op het eiland Buru vrij te laten. In 1989 kritiseerde Pronk nadrukkelijk Suharto om zijn schending van mensenrechten, en twee jaar later dreigde Pronk zelfs met stopzetting van de IGGI-hulp als Suharto zich kandidaat zou stellen voor een zesde ambtstermijn als president. Op 25 maart 1992 sloeg Suharto terug en zette hij Nederland uit de IGGI.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer