Zondagsheiliging mag niet lijden onder druk van economie
Regelmatig is de zondagsheiliging onderwerp van discussie. Het zal de goede lezer of luisteraar opvallen dat in zulke gesprekken of interviews regelmatig onzuivere argumenten de revue passeren.
Zo bracht onlangs iemand zijn worsteling op dit punt te berde omdat hij incidenteel een kerkdienst verzuimt voor een klant. Hij noemt het een worsteling waar hij niet uitkomt. Vandaar zijn tweeslachtige zelfevaluatie: hij zegt niet dat hij het goed doet, maar ook niet dat hij het fout doet. De enige helderheid die hij de lezer verschaft is dat hij zelf constateert dat hij in het genoemde incidentele geval geen werk van barmhartigheid of noodzakelijkheid verricht, maar dat hij dan als een radertje bezig is in het geheel van een volcontinubedrijf. Anders gezegd: het is puur economie.Zoals bekend is er in de zeventiende eeuw een flink conflict geweest tussen gereformeerde voorvaderen onderling over de sabbatsheiliging. Gisbertus Voetius stond met zijn stringente opvatting pal tegenover de rekkelijk Johannes Coccejus. Veel minder bekend is dat daarvóór de Thoolse predikant Jacobus Bursius behoorlijk fel uithaalde naar Zeeuwse collega’s zoals Willem Teellinck en Godefridus Udemans en dat Voetius dit tweetal in bescherming nam.
Verschil
Wie het heden in het licht van het aangestipte verleden ziet, kan één belangrijk verschilpunt ontwaren: het economisch motief om een kerkdienst te verzuimen. Men kan tegenwerpen dat Bursius het goedvond dat boeren tijdens kerkdiensten de oogst binnenhaalden als de verwachting was dat anders de oogst zou bederven. Daarbij ging het toch ook om de economie? Dit argument gaat evenwel niet op, omdat een verloren oogst in die tijd hongersnood en derhalve verlies aan levens kon betekenen. Het was toen niet zozeer een zaak van economie als wel van leven of dood.
In de controverse tussen Voetius en Coccejus ging het wel over de vraag hoe je de overige uren van de zondag mocht doorbrengen, maar voor beiden stond de kerkgang niet ter discussie. Hoe fel de partijen soms ook tegenover elkaar stonden, ter zake van de kerkdienst waren zij één.
Overname
Veel historici stellen dat de beheersende rol die religie eertijds in de maatschappij speelde, in onze moderne tijd overgenomen is door de economie. De geconstateerde wijziging in opvatting over de zondagsheiliging kan als een sterk argument voor die mening in stelling gebracht worden. Dit zet de huidige rekkelijke visie en praktijk in een ontdekkend licht. Of men het wil of niet, of men het zich bewust is of niet, men voegt zich in een ontwikkeling die gekenmerkt wordt door geld en goed in plaats van God.
Schijnargument
Het argument dat wordt aangevoerd voor het incidentele verzuim van een kerkdienst is dat je als christen betrouwbaar moet zijn. Je mag je cliënten nooit in de steek laten. Dat is ook christelijk. Dit argument zou terecht zijn als het mensen in nood betreft. Van Christus mogen en moeten wij op de sabbat zelfs een ezel uit de put halen. Maar een ezel is voor God oneindig veel meer dan de enorme financiële belangen van concerns die in fusie- of overnamebesprekingen zitten. Wie dit niet ziet, is gespeend van een Bijbelse visie op -zeker de moderne- economie.
Hier ligt mijns inziens een geweldige roeping van en uitdaging voor christelijke en reformatorische scholen en studentenverenigingen. Zij hebben de mogelijkheid en de plicht om hun pupillen en leden een Bijbelse visie bij te brengen op wat een van de grootste, zo niet de grootste afgod van onze tijd is. In die visie zullen begrippen zoals rentmeesterschap en matigheid sleutelposities innemen. Dat zo’n Schriftuurlijke benadering ook de dimensie van vreemdelingschap inhoudt, staat bij voorbaat vast.
Grote loon
In Psalm 19 is sprake van grote loon voor degene die Gods wetten onderhoudt. Dat is een economie van een andere orde, beter gesteld: van de hoogste orde. Hierbij moet ik denken aan een internationaal befaamd hoogleraar. Die kreeg voordat hij hoogleraar was, het hoogst vererende aanbod een internationaal congres voor te zitten. Dat was drie jaar voor dato. Als door een ingeving keek hij op welke dagen dat congres zou vallen. Jawel hoor, ook op zondag. Hij heeft er strijd genoeg mee gehad, maar hij kon en wilde niet anders dan om principiële redenen voor de grote eer bedanken. Het werd hem vanuit Amerika zeer kwalijk genomen en hem werd te kennen gegeven dat dit hem zijn carrière zou kunnen kosten. Of hij toch niet… Hij deed het niet.
Desondanks werd hij hoogleraar! Via octrooien van onderzoeksresultaten van zijn afdeling kon hij zich een vermogen aan inkomen verwerven. Hij kreeg de genade om de verleiding van het grote geld te weerstaan. En nu? Hij mag weten het goed gedaan te hebben. Een goed geweten is grote loon!
De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente te Urk en bijzonder hoogleraar aan de VU te Amsterdam vanwege de Hersteld Hervormde Kerk. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.