De Boxtelse had het geding aangespannen en eiste dat het OM alle opsporingshandelingen in het vooronderzoek staakt. Volgens haar advocaat Gerard Spong hebben zij en haar familieleden last van „opsporingsterreur". Vrijwel dagelijks bellen politiemensen op en de verdachte, haar broer, zussen en ouders worden steeds opgeroepen om verhoord te worden, zei Spong.Volgens hem staat ook nog helemaal niet vast dat zijn cliënte in Spanje een strafbaar feit heeft gepleegd. De raadsman vindt dat een Spaanse rechter eerst daarover moet oordelen.

De advocaat van de Staat meldde nog dat het vooronderzoek van justitie vergevorderd is. Deze maand zijn onder andere de onderzoeksrechter, de officier van justitie en een kantoorgenoot van advocaat Spong naar Barcelona afgereisd. Daar zijn medewerkers van de betreffende abortuskliniek gehoord, onder wie artsen en de psycholoog die een gesprek met de vrouw heeft gehad.

Het onderzoek van het OM is er voor een belangrijk deel op gericht om erachter te komen hoe de psychische toestand van de vrouw was toen ze de foetus liet weghalen. Mocht blijken dat ze bijvoorbeeld in een depressie zat, dan zou dat als verzachtende omstandigheid kunnen gelden.

De politie pakte de vrouw in november op, een dag nadat haar vriend aan de politie had verteld dat zij een zwangerschap van zeven maanden had afgebroken. Ze had hem verteld dat het kind in het ziekenhuis doodgeboren was.

Ze had echter op 7 november in de Spaanse kliniek abortus laten plegen. Volgens justitie staat vast dat zij toen 27 weken zwanger was van een gezonde foetus. De toegestane limiet in Nederland is 24 weken. In Spanje is dat 22, maar als de lichamelijke of geestelijke gezondheid van de moeder gevaar loopt,kunnen daarop uitzonderingen worden gemaakt.

Uitspraak is op 31 januari.