„Winkeltijdenwet moet op de schop”
DEN HAAG - De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Raad Nederlandse Detailhandel (RND) en de Consumentenbond willen „een grondige herziening” van de Winkeltijdenwet.
Alleen het toeristische regime van de wet aanpakken, zoals het kabinet wil, biedt volgens de organisaties onvoldoende soelaas. Zij stellen daarom een verdere vereenvoudiging en deregulering van de Winkeltijdenwet voor, zo blijkt uit een brief die eind vorige week is verstuurd naar de Tweede Kamer.Hierin bepleiten de drie organisaties dat gemeenten de bevoegdheid moeten krijgen om zelf het aantal koopzondagen en openingstijden te regelen. Volgens de VNG, de RND en de Consumentenbond wordt de wens tot een lokaal winkeltijdenbeleid „gedragen door een brede vertegenwoordiging van de samenleving”, zoals „bestuurders, burgers en ondernemers.”
Op dit moment mogen gemeentebesturen maximaal twaalf koopzondagen per jaar aanwijzen. Voor toeristische gebieden geldt echter een uitzonderingsregeling. Daar mogen de winkeldeuren iedere zondag open. Veel gemeenten hebben met een beroep op de zogeheten toerismebepaling het aantal koopzondagen flink verruimd.
Om dit oneigenlijk gebruik van de toerismebepaling aan banden te leggen ging het kabinet in oktober vorig jaar akkoord met een voorstel van minister Van der Hoeven van Economische Zaken om de Winkeltijdenwet op dit punt aan te scherpen. Het kabinet wil dat gemeenten vanaf 2009 duidelijker omschrijven waarom winkels op zondag open zijn. Daarnaast krijgen belanghebbenden (zoals burgers en bedrijven) de mogelijkheid om bij het College voor Beroep van het Bedrijfsleven (CBB) in beroep te gaan tegen het besluit van een gemeente tot een ruimere zondagsopening.
Het ministerie van Economische Zaken meldde vorige week dat werkgeversorganisaties, gemeenten, vakbonden en andere belanghebbenden nog tot begin februari kunnen reageren op het conceptwetsvoorstel voor aanpassing van de Winkeltijdenwet. De reacties worden meegenomen in het definitieve wetsvoorstel dat rond de zomer naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd.