Tot voor die tijd moeten transporteurs zeven vrachtritten per jaar mogen rijden binnen een ander EU–land, de zogenoemde cabotage.Een meerderheid van de commissie stemde dinsdag voor wijzigingsvoorstellen hiertoe. „Enorm goed nieuws", zei Europarlementslid Corien Wortmann (CDA), die hiertoe voorstellen had ingediend, net als Jeanine Hennis–Plasschaert (VVD).

De twee Nederlandse politici zijn het oneens met de Europese Commissie, die nationale beperkingen zoals aparte vergunningen wilde blijven toestaan. Hennis–Plasschaert: „We hebben een Europese benadering nodig zodat de sector niet langer geconfronteerd wordt met allerhande nationale oprispingen om cabotage te beperken".

Nu mogen bijvoorbeeld Nederlandse wegvervoerders nauwelijks vrachtritten verzorgen van de ene naar de andere plaats binnen Oostenrijk of Frankrijk. Vrachtwagens rijden daardoor soms nodeloos leeg.

Het standpunt komt nog ter stemming in het voltallige Europarlement. Ook de EU–landen zijn nog verdeeld. „Ons standpunt is in elk geval een duidelijke steun voor onze verkeersminister Camiel Eurlings", zei Wortmann.

Nederlandse wegtransporteurs verzorgen zo’n 20 procent van het totale cabotage in de EU. Verladersorganisatie EVO juicht het toe dat de parlementsleden voor een datum hebben gestemd waarop het wegvervoer in de EU vrij moet zijn. Wel vindt EVO 2014 aan de late kant. „Het is van de gekke dat vrachtauto’s nu vanwege protectionistische regels leeg rondrijden. Dit terwijl iedere politicus de mond vol heeft van het klimaatprobleem. En we kampen met een schrijnend tekort aan chauffeurs", aldus een woordvoerder.

EVO ziet wel een minpunt aan het standpunt van de parlementscommissie. Er zouden tijdelijk limieten komen aan het vrije wegtransport van Nederlandse ondernemers in België en Luxemburg. De organisatie hoopt dat minister Eurlings hier aparte afspraken over gaat maken.