Grote delen van Rotterdam-Noord en nieuwe wijken op Zuid worden momenteel al verwarmd met restwarmte van elektriciteitscentrales. Dat gebeurt via het stadsverwarmingsnet.

Van de restwarmte van bedrijven in bijvoorbeeld de Botlek wordt voor de verwarming van woongebieden geen gebruikgemaakt, omdat het duur is de warmte via leidingen naar de woongebieden te krijgen. Voor Hoogvliet geldt dat minder. Dat ligt aan de andere kant van de A15, pal naast het Shell-complex.

Voor het gebruik van de restwarmte van Shell in de nog te bouwen woonwijk moet de infrastructuur worden aangepast. Het is noodzakelijk dat dit vóór de bouw van de woningen plaatsvindt en daarvoor heeft de gemeente zich ingezet. Als de contracten met Shell en een van de energiebedrijven Nuon of Eneco niet rondkomen, wordt de wijk alsnog aangesloten op het aardgasnet. Dan lijdt Rotterdam echter financiële schade, aldus een woordvoerster. Vooralsnog hoopt Rotterdam dat Shell de pijp zal leggen tot aan de A15, en dat een van beide energiebedrijven het volgende gedeelte voor zijn rekening zal nemen.

Rotterdam dacht al voor de Tweede Wereldoorlog na over het gebruik van restwarmte, om van het hinderlijke kolengruis in het centrum af te zijn. Direct na de oorlog werd het eerste systeem in gebruik genomen. Tegenwoordig worden elektriciteitscentrales zelfs zo gebouwd dat optimaal gebruik kan worden gemaakt van restwarmte.