Bruls liet dat zaterdag weten. Hij zegt „verbaasd” te zijn over het advies van het Landelijk Expertisecentrum Diversiteit van de politie (LECD) om het aangiftebeleid te versoepelen voor klagers over de Wildersfilm. „Ik kan zo van alles bedenken, maar een juridisch instrument als het doen van aangifte oneigenlijk inzetten als praatpaal, gaat me te ver. Het aangiftebeleid in Nederland is niet bedoeld om stoom af te blazen, daar zijn andere middelen voor. Aangifte doe je wanneer een strafbaar feit heeft plaatsgevonden. Het is een serieus en effectief instrument binnen de Nederlandse rechtsorde, en het lijkt mij niet wenselijk als daar op deze manier mee wordt omgesprongen. Ik zal dat aan de mensen in mijn korps ook zeker niet adviseren.”Dat laat uiteraard onverlet dat mensen hun verhaal kwijt moeten kunnen, aldus Bruls. „Roep dan de politie en andere mensen die maatschappelijk actief zijn bijvoorbeeld op om extra mensen in te zetten om ruimte te bieden voor gesprekken. Verruim je openingstijden, creëer tijdelijk extra inloopspreekuren, ga zelf op pad in je wijk of buurt.”

Het LECD deed zijn advies vorige week in een e-mail aan alle korpschefs. Het centrum adviseerde dat agenten ook aangiften moeten opnemen als er niet evident sprake is van een strafbaar feit. Het LECD verwacht dat door een soepele omgang met aangiften van belediging of discriminatie „een juiste wijze van stoom afblazen wordt gecreëerd.”

Het schrijven van de LECD-directeur leidde zaterdag direct tot schriftelijke vragen van PVV-Tweede Kamerlid De Roon. De partijgenoot van Wilders legde minister Hirsch Ballin (Justitie) voor dat een soepele acceptatie van aangiften rondom de Koranfilm riekt naar het uitlokken van aangiften tegen de PVV-leider zelf.