Muziek

Te waar om mooi te zijn

Hugo Distler was een tragische figuur. De Duitse componist, die honderd jaar geleden werd geboren, maakte in 1942 vanwege de dreiging van het nazisme een eind aan zijn leven. Zijn composities spreken nog altijd een -kleine- groep mensen aan. Distlerspecialist Bas de Vroome: „Zijn muziek is te waar om mooi te zijn.”

21 January 2008 10:51Gewijzigd op 14 November 2020 05:28
De Duitse componist Hugo Distler werd honderd jaar geleden geboren. Foto Musikbibliothek Lübeck
De Duitse componist Hugo Distler werd honderd jaar geleden geboren. Foto Musikbibliothek Lübeck

Het gesprek gaat niet alleen over Hugo Distler. Telkens maakt Bas de Vroome (1962) de sprong naar het heden, naar zijn persoonlijke situatie. Sinds duidelijk werd dat zijn vrouw aan MS lijdt, is het leven van de organist helemaal op z’n kop gegaan. „Je gaat schiften tussen wat écht belangrijk is en wat franje blijkt te zijn.” Hij is erdoor veranderd. „Ik ben meer een relatiemens geworden. Je wordt er niet slechter van. Ik merk aan mezelf dat ik de Bijbel ook steeds meer lees als een Boek voor de praktijk.”De Vroome heeft zijn vaste werkzaamheden als organist in Delft, als beiaardier in verschillende plaatsen en als docent aan het Rotterdams conservatorium. Als concertorganist is hij echter een stuk minder fanatiek geworden.

Toch zei hij geen nee toen de Noaber Foundation een aantal jaar geleden met de vraag kwam of hij mee wilde werken aan een project waarin alle orgelwerken van Hugo Distler zouden worden opgenomen. „Ik heb Distlers muziek altijd al graag gespeeld. Als je dan zo’n kans krijgt…” Het resulteerde in een 2-cd-box, die vorig jaar verscheen. Naast alle orgelwerken bevat de opname ook een aantal vocale composities van Distler, uitgevoerd door de Domcantorij onder leiding van Remco de Graas.

Inmiddels wordt Bas de Vroome gezien als de Distlerspecialist, hoewel hij dat zelf helemaal niet vindt. „Ik ga nog weer extra studie van Distler maken, omdat ik gevraagd ben deze zomer tijdens de orgelacademie in Haarlem een masterclass over diens muziek te verzorgen.”

Helderheid
In zijn conservatoriumtijd was het Piet Kee die Bas de Vroome op de Duitse componist wees. „Vooral de helderheid en de duidelijkheid van deze neobarokke muziek spraken me aan.” Ook zijn kerkmuziekdocent Jan Boeke (1921-1993) had het vaak over de vocale werken van Distler, en over de lijnen naar Heinrich Schütz. „Maar in die tijd zei me dat niet zo veel. Ik wilde gewoon spelen, heel veel spelen. Later is dat allemaal meer voor me gaan leven.”

Distler wordt gezien als de belangrijkste vertegenwoordiger van de vernieuwingsbeweging in de Duitse kerkmuziek na 1920. Zowel bij de zogenaamde Orgelbewegung als bij de Singbewegung voelt Distler zich thuis. De eerste richt zich op de principes van de oude, mechanische orgelbouw. De tweede oriënteert zich op de oude koorcultuur, met name op de vocale composities van Heinrich Schütz (1585-1672).

Distler komt tot een eigen stijl. De Vroome: „Het karakteristieke is de combinatie van de meerstemmigheid met de teksten, de manier waarop woord en toon met elkaar verbonden worden. Daarin richtte hij zich op Schütz. Het is dan ook geen programmatische muziek meer zoals bij iemand als Max Reger. Niet alle composities zijn overigens even doorzichtig, maar ook dan maakt de muziek nieuwsgierig naar de teksten.”

Wat spreekt u daarin aan?
„Het zet je aan het denken, ook als het gaat om je persoonlijke situatie. Neem de partita over het lied ”Wachet auf”. De tekst roept op tot waakzaamheid. Dat kun je direct toepassen in je eigen leven. En dan gaat het niet alleen om waakzaamheid in geestelijk opzicht, maar ook om de vraag of je oog hebt voor de mensen om je heen.”

In Distlers muziek klinkt door in welke situatie ze is geschreven. „Distler heeft eens gezegd dat alles wat hij heeft geschreven door angst is ingegeven. Dat hoor je erin terug. Distler was een labiele man die een moeilijk leven heeft gekend. Hij komt dan ook op een tragische manier aan zijn einde, als slachtoffer van de Tweede Wereldoorlog. Die rauwheid van het bestaan kenmerkt zijn muziek.”

De Vroome refereert aan het nieuwste boek van Maarten ’t Hart, ”Het dovemansorendieet”. Een van de principes van ’t Hart daarin is dat eten niet te lekker moet zijn; dan eet je ook niet snel te veel. „Zoiets speelt bij Distlers muziek. Zijn leven was niet mooi, daarom is zijn muziek vaak ook niet mooi. Ze is te waar om mooi te zijn, zei Jan Boeke altijd.”

Distlers muziek is dan ook van een andere esthetiek dan bijvoorbeeld die van Bach. „Bach is in zekere zin romantisch, zijn muziek ligt goed in het gehoor. Distler is a-romantisch en zijn muziek vaak niet bekoorlijk. Daarom knappen veel mensen erop af. Je moet geoefende oren hebben om het te leren waarderen.”

En Distler wilde met zijn muziek juist de jeugd opnieuw aan de kerk binden…
„Ja, dat kunnen we ons nu haast niet meer voorstellen. Maar de tijd is ook wel heel erg anders geworden. Momenteel vind ik belangrijk dat je de hedendaagse jeugd ruimte geeft. Dan luisteren ze vervolgens ook weer beter naar je als je ze iets van Distler wilt bijbrengen. Dat moet je dan ook wel goed doen, want reken maar dat ze kritisch zijn.”

Welke lijn loopt er van Distler naar Nederland?
„Al in de jaren ’30 hield de Duitse muziekwetenschapper Christhard Mahrenholz in Nederland lezingen over de Duitse orgelbeweging; hij zorgde er ook voor dat veel oude muziek opnieuw werd uitgegeven. Op orgelbouwgebied was het D. A. Flentrop die het ideaal van de Duitse orgelbeweging naar ons land bracht door mechanische sleepladenorgels te bouwen. De vocale muziek van componisten als Distler kreeg vooral in de jaren ’60 van de vorige eeuw veel aandacht in Nederland. De lutherse dr. Willem Mudde bijvoorbeeld was een groot pleitbezorger van de muziek van de Duitse vernieuwingsbeweging. En Maarten Kooy, toen cantor-organist in Soest, voerde veel vocale werken van Distler uit.”

Hoe is de waardering voor Distler honderd jaar na zijn geboorte?
„De hype van de jaren ’60 is zeker voorbij, onder andere door de beweging van de historiserende orgelbouw en de daarbij behorende historiserende uitvoeringspraktijk, die na 1980 opkwamen. Niet dat Distler helemaal verdween. De Utrechtse Domcantorij bijvoorbeeld heeft in haar geschiedenis altijd veel vocale muziek van Distler gezongen. En de lutherse kerkmusicus Hans Jansen vraagt in navolging van Willem Mudde eveneens nog altijd aandacht voor Distler. Het orgeloeuvre van de Duitser heeft natuurlijk maar een beperkte omvang. Maar er zijn altijd organisten geweest die de werken op hun programma hebben gezet. Het blijft echter iets voor liefhebbers. Ik verwacht niet dat deze muziek ooit populair zal worden.”

Wat is voor u het mooiste werk van Distler?
„De Triosonate en de twee koraalpartita’s springen eruit als grotere orgelcomposities. Daarvan vind ik de partita over ”Nun komm, der Heiden Heiland” de mooiste. Het is het stuk waar ik het eerst mee in aanraking kwam, dus het gaat het langst met me mee. In heel verschillende variaties laat Distler het koraal terugkomen, terwijl het stuk opent en sluit met een majestueuze toccata. Een prachtige compositie.”


Hugo Distler
Levensloop:
1908: geboren in Neurenberg
1927: conservatorium Leipzig
1931: cantor organist Jacobikerk Lübeck
1933: docent kerkmuziekschool Berlijn Spandau
1937: docent Hochschule für Musik Stuttgart
1940: docent Hochschule für Musik Berlijn
1942: beneemt zichzelf het leven

Composities:
geestelijke en wereldlijke koormuziek, waaronder ”Der Jahreskreis” (52 motetten en cantates), ”Deutsche Choral Messe”, ”Choralpassion”, ”Weihnachtsgeschichte”, ”Geistliche Chormusik” (motetten) en het ”Mörike Chorliederbuch”
orgelmuziek, waaronder partita’s, koraalbewerkingen, ”Dreissig Spielstücke für die Kleinorgel” en een sonate
instrumentale en kamermuziek, waaronder een ”Cembalokonzert”, een sonate voor twee piano’s en een strijkkwartet


Verkwikkend

Onder het thema ”Verkwikkend Distler” geven Bas de Vroome en de Domcantorij onder leiding van Remco de Graas morgenavond in het Orgelpark in Amsterdam een concert met uitsluitend werken van de Duitse componist. Op het programma staan onder andere een aantal kleine koraalbewerkingen uit de ”Kleine Orgelchoralbearbeitungen” (opus 8, nr. 3), de Triosonate (opus 18, nr. 2), twee koraalbewerkingen uit ”Der Jahreskreis” (opus 5) en de grote partita ”Nun komm, der Heiden Heiland” (opus 8, nr. 1).
Aanvang: 20.15 uur. Prijs: € 7,50 en € 12,50.
Meer informatie: www.orgelpark.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer