Rotterdam gecharmeerd van drijvende gevangenis
Een drijvende gevangenis kan volgens burgemeester en wethouders van Rotterdam een oplossing zijn voor het tekort aan cellen. Burgemeester Opstelten heeft dat woensdag geschreven in een brief aan minister Donner (Justitie).
Opstelten wijst de minister erop dat de plannen van het Rotterdamse college om de stad veiliger te maken alleen kans van slagen hebben als het cellentekort snel wordt aangepakt. „Een drijvende penitentiaire inrichting kan hieraan een goede bijdrage leveren”, meent Opstelten die vindt dat haast geboden is. „Naast financiële middelen is ook snelheid geboden. De uitbreiding van de celcapaciteit moet op een zo kort mogelijke termijn worden gerealiseerd”.
Het drijvend cellenblok kan tussen de 180 en 230 gedetineerden herbergen. Het schip is 95 meter lang, 22 meter breed en 21 meter hoog is. „Het vinden van een ligplaats moet in de omgeving van Rotterdam niet al te moeilijk zijn”, houdt Opstelten de minister voor. Jaarlijkse kosten van deze voorziening schat de burgemeester op ongeveer 420.000 euro, exclusief de kosten voor de ligplaats.
Ondernemer M. Bloemink uit Groningen deed Rotterdam het idee aan de hand. Hij benaderde de gemeenten Amsterdam en Rotterdam en is in overleg met het ministerie van Justitie. Groot voordeel van wat hij de flexicel noemt is volgens Bloemink dat de drijvende cellen zodra ze overbodig zijn, makkelijk zijn weg te halen.
Vanwege de diepgang van het schip, komen volgens Bloemink alleen de havens van Rotterdam en Amsterdam in aanmerking als ligplaats. Hij zegt de boot uit het voormalige Oostblok te halen.