Verhagen: Boycot Spelen in China niet
DEN HAAG - Minister Verhagen van Buitenlandse Zaken ziet niets in een boycot van de Olympische Spelen in China omdat de mensenrechtensituatie in dat land ernstig tekortschiet.
„Dialoog levert meer op dan een boycot”, zei de bewindsman donderdag op een debatbijeenkomst in Den Haag. Hij waarschuwde daar tegen politisering van de sport. Politici zijn verantwoordelijk voor de mensenrechten en zij moeten China daarop aanspreken, meent hij. „Die verantwoordelijkheid schuif ik niet af de sporters.”Verhagen betoogde dat hij China al ettelijke malen en via diverse kanalen heeft gewezen op de mensenrechtenschendingen in dat land. De persoonlijke vrijheid van Chinezen lijkt de laatste jaren te verbeteren, stelde hij, maar tegelijkertijd „blijft de noodzaak bestaan tot concrete verdere verbeteringen.” Op een aantal terreinen, zoals de positie van mensenrechtenverdedigers, de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting, „lijkt sprake van toegenomen repressie.”
De bewindsman van CDA-huize is „bezorgd” over te toepassing van de doodstraf en de „gebrekkige” vrijheid van godsdienst, waaronder de huiskerken en de behandeling van beoefenaars van Falun Gong. „Nederland blijft de ontwikkelingen nauwlettend volgen en uit zijn zorgen over de situatie stelselmatig bij de Chinese autoriteiten.”
Verhagen hoopt dat de Olympische Spelen als „katalysator” kunnen werken om China aan te zetten zijn mensenrechtenbeleid te verbeteren.
De bijeenkomst van donderdag was georganiseerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Aan het debat nam ook oud-VVD-Kamerlid Terpstra deel, nu voorzitter van het Nederlands Olympisch Comité. Ook zij verzette zich tegen een sportieve boycot. „Want terwijl we gewoon doorgaan met handelen en het vestigen van bedrijven in China, zouden sporters dan de rekening moeten betalen. Dat is niet eerlijk.”
De bal ligt wat haar betreft bij het bedrijfsleven, en niet bij de topsporters.