Liefst drie ministers ondertekenden donderdag de afspraken die dit allemaal mogelijk moeten maken: Wouter Bos (Financiën), Ella Vogelaar (Wijken) en André Rouvoet (Jeugd en Gezin). Ook de Amsterdamse wethouder Hennah Buyne (Onderwijs) en stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch mochten een krabbeltje zetten. De nieuwe centra moeten gezinnen helpen zich aan hun achterstandspositie te ontworstelen.Om hun vele nieuwe taken te kunnen uitvoeren, krijgen de basisscholen Ru Paré, de Huizingaschool en de Professor Einsteinschool alle een nieuw, nog te bouwen onderkomen. In 2012 moeten alles klaar zijn. Uiteraard kost dat iets: Regering, gemeente, stadsdeel en verscheidene woningcorporaties tellen daarom in totaal 700.000 euro neer.

Het convenant moet ook de bureaucratie voor de instellingen tot een minimum beperken. Moeten ze nu nog bij verschillende overheidsinstanties aankloppen voor subsidie, in de toekomst stoppen al die instanties hun geld in één potje, waaruit de scholen vervolgens putten.

„We kennen in Nederland gewone scholen. We kennen ook al heel lang de brede school. Maar we zetten hier nog een stap verder", aldus minister Bos. Het is volgens hem niet meer dan logisch dat de onderwijsinstellingen zich niet alleen op kinderen, maar op de hele buurt richten. „Wat buiten de muren van de school gebeurt, is ook binnen de school aanwezig. Alles wat buiten misgaat, kan ook binnen misgaan", aldus de minister. „Er is een plek in de wijk waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, waar je problemen kunst opsporen, en dat is de school".

De nieuwe instellingen moesten eigenlijk community center heten. Onderwijswethouder Buyne liet echter weten dat maar niks te vinden. Ze komt binnenkort met een prijsvraag voor een mooie Nederlandse naam. Het plan voor de nieuwe centra komt voort uit het project Nieuwe Coalities voor de Wijk van het vorige kabinet.