De menselijke kant
In de Middeleeuwen kregen mensen voor tal van uiteenlopende misdrijven het ergst denkbare en meest onherroepelijke vonnis: de doodstraf. Die vergelding werd in Nederland reeds in 1870 afgeschaft. Althans: in tijd van vrede. Eind 1943 -dat was midden in de Tweede Wereldoorlog- kwam het tot herinvoering van de doodstraf. De regering in Londen wist maar al te goed dat er Nederlanders waren die met de Duitsers heulden. Zij zaten achter medeburgers aan en leverden ze over aan de vijand. Als dat de dood tot gevolg had, zou dat met de doodstraf worden beantwoord. Een aantal jaren na de oorlog, in 1950, zag de gewezen SS’er Dirk Hoogendam zich veroordeeld. Bij verstek: hij was er tussenuit geknepen.Lange tijd was Dirk zoek. Achteraf bleek hij gevlucht naar Duitsland. De Telegraaf spoorde Hoogendam een paar jaar geleden op. Als dan iemand na tientallen jaren gevonden wordt, komen er allerlei machines in werking. De één houdt zich bezig met een mogelijke uitlevering door het buurland. De ander vraagt zich af of het vonnis niet verjaard is. Voor wat betreft dat laatste: de Hoge Raad bepaalde gisteren dat het doodvonnis dat al in levenslang was omgezet onherroepelijk is.
Zo’n beslissing heeft iets positiefs. De doorsnee burger met enig rechtsgevoel mag vaststellen dat de rechterlijke macht er niet zomaar een potje van maakt in ons land. Misdadigers en verraders die de dood op hun geweten hebben, verdienen straf. Die gedachte treffen we trouwens ook in de Bijbel aan. Bij sommige nabestaanden van slachtoffers is wellicht ook na vele jaren het verwerkingsproces nog niet afgesloten. Voor hen kan de bevestiging van het onherroepelijk karakter van het vonnis een helende rol spelen. Er leven nog altijd mannen en vrouwen die met weemoed en psychische pijn terugdenken aan een in het verzet gestorven vader of moeder. Zij hoeven zich niet in de steek gelaten te gevoelen.
Dat laat onverlet dat er een gevaar op de loer ligt. Het risico dat de stemming ten gunste van gerechtigheid doorslaat naar wraakgevoel. Bij nabestaanden van slachtoffers. En onder anderen. Mensen die zonder enige terughouding of menselijkheid met bravoure vertellen dat de dood Dirks verdiende loon is. Keiharde of emotionele uitspraken van deze aard uiten zich vooral als er vaderlandsliefde in het geding is. Of vreemdelingenhaat. Daar zit iets gevaarlijks in. Natuurlijk mogen wij blij zijn dat er in Nederland sprake is van een goede rechtsgang. Maar daarmee mag de humaniteit niet sterven.
Een beroep op de menselijkheid betekent niet dat een misdadiger zomaar vrijuit moet kunnen gaan. Het vonnis van de wereldlijke rechter dient niet slechts opvoedend te zijn, maar is vergeldend van karakter. Daar komt bij dat terzake van het eerder door Hoogendam uitgesproken berouw vraagtekens vallen te plaatsen. Niet ieder weet zich aangesproken door zijn boetvaardigheid. En vergeven is een zaak van mensen onderling. De rechter dient het recht zijn loop te laten hebben.
Maar de veroordeling van een moordenaar of misdadiger in het algemeen heeft tegelijk toch ook een menselijke kant. Om bij Dirk Hoogendam te blijven: hij was nog een betrekkelijk jonge vent toen de rechter zijn uitspraak deed. Had hij nog een moeder of vader? Waren dat ook mensen die met de vijand heulden? Of hebben zij juist tranen geschreid vanwege de ondoorgrondelijke, boze wegen die hun zoon ging? Algemener bekeken: hoeveel ouders zijn er die -als er sprake is van vonnis en recht- met lede ogen en diep verdriet aanzien dat hun kinderen het slechte pad opgaan? Dat moet een zondig mens voorzichtig maken met allerlei ferm klinkende uitspraken over misdadigers.