„Klant cruciaal voor veehouderij”
DEN HAAG - De veehouderij moet over vijftien jaar duurzaam werken, met respect voor mens, dier en milieu waar dan ook ter wereld. De consument speelt daarbij een cruciale rol. Die moet de verduurzaming stimuleren door duurzame producten te gaan kopen.
Dat schrijft minister Verburg van Landbouw in haar toekomstvisie voor de veehouderij, die ze woensdagmorgen naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.De veehouderij ontkomt niet aan verduurzaming, meent de bewindsvrouw. Er is een toenemende vraag naar voedsel van hoge kwaliteit, geproduceerd op bedrijven die het milieu zo min mogelijk belasten en waar dieren een prima leven leiden.
Verburg voorziet in de komende vijftien jaar een aantal ontwikkelingen. Zo zal de productie van streekproducten toenemen. Naast die kleinschalige productie zullen megastallen met wel 10.000 dieren verrijzen. De minister is daar niet tegen, mits die bedrijven goed zijn ingepast in het landschap en aansluiten bij de wensen in de maatschappij. De dieren zullen er moeten worden ondergebracht in overzichtelijke stallen. Bovendien moeten ze het er extra goed hebben.
Stallen en bedrijven zullen de komende jaren steeds meer om het dier heen worden gebouwd, verwacht Verburg. „Het vee vertoont natuurlijk gedrag, krijgt daglicht en ondergaat nauwelijks tot geen fysieke ingrepen.” Het transporteren van dieren over een lange afstand verdwijnt.
Burgers worden steeds meer betrokken bij de sector. „Dieren moeten door burgers te zien zijn via webcams in stallen of bezoekersruimten op het bedrijf. Burgers komen vaker op de boerderij. De kennis over voedselproductie door de boer is bij stedelingen aanzienlijk vergroot, waardoor deze bewuster zijn vlees, eieren en melkproducten koopt.”
Juist het aankoopgedrag van de consument is „cruciaal” voor verduurzaming van de veehouderij, schrijft Verburg. „De consument moet zijn verantwoordelijkheid nemen en moet beseffen dat kwaliteit een prijs heeft.” De minister wil de verkoop van duurzame producten stimuleren door voorlichting en educatie te geven en door de producten duidelijk te etiketteren.
Voor subsidie op duurzame producten om de verkoop aan te jagen, voelt Verburg niets. Een proefproject met biologische waren bewijst volgens haar dat die methode te duur is en „niet werkt.”
De bewindsvrouw hoopt de komende tijd met alle betrokkenen -boeren, supermarkten, maatschappelijke organisaties- concrete afspraken te maken over de route naar verduurzaming. Ze wil niet voorschrijven hoe de sector dat moet doen. Desondanks sluit ze dwang niet uit als blijkt „dat de wil ontbreekt om een doorbraak richting duurzaamheid te forceren.” Verburg heeft overigens „totaal” niet de indruk dat dit het geval is.
