Moefti en paus zorgen voor verdeeldheid in EP
STRAATSBURG - Het Europees Parlement heeft enkele leiders van de wereldgodsdiensten uitgenodigd voor een bezoek dit jaar. Afgevaardigde In ’t Veld van D66 protesteert daartegen en grijpt de gelegenheid aan om weer eens een gepolariseerde discussie uit te lokken over religie en politiek.
Dinsdag maakte als eerste de grootmoefti van Syrië, Ahmad Badr al-Din al-Hassoun, zijn opwachting in Straatsburg. Hij fungeert als deskundige op het gebied van het islamitische recht en kan fatwa’s uitvaardigen. Voorzitter Hans-Gert Pöttering van het EP vatte na afloop zijn toespraak samen als „een boodschap tegen geweld, oorlog en terrorisme, met de menselijke waardigheid als centraal element.” „We hebben allemaal dezelfde God. Daarom vertrouw ik erop dat er geen heilige oorlog uitbreekt. Religie geeft nooit opdracht te doden. Vervloekt is degene die de mens vernietigt”, aldus de geestelijke uit Damascus.Later komen waarschijnlijk de paus, de opperrabijn van Groot-Brittannië en de dalai lama op visite. Dat gebeurt om het Jaar van de Interculturele Dialoog, waartoe de EU 2008 heeft uitgeroepen, luister bij te zetten. Vorige week werd in Slovenië, het land dat tot eind juni het voorzitterschap van de Unie bekleedt, het startschot gelost voor de voorgenomen evenementen in dit verband. De burgers binnen de complexe Europese samenleving van vandaag dichter bij elkaar brengen, bevorderen dat zij de idealen van de ander begrijpen en respecteren en dat zij leren leven met de verscheidenheid: dat alles vormt het oogmerk van deze campagne.
Maar de plannen in dit kader van specifiek het EP stuiten bij sommige leden, met in hun midden In ’t Veld als gangmaker, op verzet. De keuze welke hoogheden in de plenaire vergadering een rede mogen afsteken, is vastgesteld in het reguliere beraad tussen de aanvoerders van de fracties. De groenen beweren dat er van hun kant bezwaren zijn ingebracht, overige deelnemers aan het conclaaf zeggen zich dat niet te herinneren.
In ’t Veld verlangt „strikte neutraliteit” van de EU-instellingen. „De interculturele dialoog wordt op deze manier versmald tot exclusief een interreligieuze monoloog. Het EP behoort geen privileges te verschaffen aan prominenten uit de religies door die een platform te bieden om hun opvattingen te verkondigen. Er zijn onder hen conservatieve lieden die fundamentele waarden die wij in Europa uitdragen, zoals gelijke behandeling van vrouwen en van homo’s, niet eens eerbiedigen.” Zij vervolgt: „De Unie eist van een kandidaat-lidstaat als Turkije op hoge toon scheiding van kerk en staat; en dan een signaal als dit, hoe valt dat te rijmen?”
De Europarlementariër van D66 verdenkt Pöttering ervan, die in zijn openbare optredens nogal eens refereert aan zijn rooms-katholieke geloofsovertuiging, dat het hem er vooral om gaat de paus naar Straatsburg te halen. Eerder deze week drong zij in zijn richting erop aan in ieder geval ook vrouwen en gezaghebbende personen van humanistische organisaties op het lijstje van gasten te plaatsen.
Collega Martens van het CDA duidt haar kritiek aan als een „allergische reactie.” Belder (CU-SGP) vindt haar stellingname „voorspelbaar, meer van hetzelfde.” „D66 onderschat de rol van religie in de maatschappij”, meent Martens. „Politiek oriënteert zich op mensen. Dan kun je toch niet buiten het debat houden wat velen aanmerken als heilig en belangrijk in hun leven. Religie is bovendien betrokken bij de grote problemen van deze tijd. Geen wereldvrede zonder vrede tussen de godsdiensten.” Zij wijst er voorts op dat het nieuwe verdrag een artikel bevat dat voorziet in een regelmatig overleg van de EU met de kerken en geloofsgemeenschappen.
Belder zegt dat hij niet staat te springen om spirituele leiders in het EP te laten opdraven. Hij voegt daar meteen aan toe: „Maar ik zie niet in waarom je zou moeten proberen dat tegen te houden. Zij zijn nu eenmaal spelers die invloed uitoefenen. We zullen hen aanhoren en vooral luisteren naar hun ethische standpunten.”
Al-Hassoun kende hij al. In december bezocht Belder namelijk met een delegatie Syrië en informeerde hij in een ontmoeting met hem naar de positie van de christenen daar. „Hij verklaarde een voorstander te zijn van vrijheid van godsdienst en zei blij te zijn met die minderheid”, vertelt de volksvertegenwoordiger van de combinatie CU-SGP.
Belder haalt fors uit naar In ’t Veld. „Onverdraagzaamheid”, verwijt hij haar. „Laat ze zich eens bezinnen op het fundamentalisme dat zij zelf huldigt. Het is toch pure discriminatie als je wilt verhinderen om aan een levensbeschouwing uitdrukking te geven in de politiek.”
De grootmoefti had tijdens zijn verblijf in het EP trouwens een waarschuwing in petto voor het Nederlandse kamerlid Wilders. Als het na diens aangekondigde film over de islam tot geweld komt, acht hij hem voluit verantwoordelijk daarvoor. Het eventueel verspreiden van beelden van het verbranden of verscheuren van de Koran „betekent simpelweg dat hij aanzet tot oorlogen en bloedvergieten”, aldus de Syriër, die verder liet weten dat hij over deze zaak contact houdt met de regering in Den Haag.