Tuchtcollege voor pastores RK-Kerk
De rk-federatie van verenigingen van pastoraal werkenden krijgt een eigen tuchtcollege. Het college behandelt klachten over het functioneren van pastoraal werkers en werksters. Collega-pastores, parochiebesturen en mensen die door een pastoraal werker zijn bijgestaan, kunnen klachten indienen.
Beleidsmedewerker N. Bulter van de Federatie VPW Nederland heeft dit dinsdag gezegd. Het tuchtcollege begint op 4 november officieel met zijn werkzaamheden. Tot de leden behoren de kerkjuristen dr. R. Huysmans, emeritus hoogleraar van de Katholieke Theologische Universiteit Utrecht, en dr. K. Walf, hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.
De sancties die het tuchtcollege tot zijn beschikking heeft, zijn, in volgorde van zwaarte, informele waarschuwing, formele berisping, schorsing van het lidmaatschap en verwijdering uit het ledenbestand van de VPW.
Bij de federatie zijn 1250 pastoraal werkers aangesloten. Het tuchtcollege toetst hun handelen aan de beroepscode voor rooms-katholieke pastores, die sinds vorig jaar voor alle leden geldt. Het staat los van de kerkelijke rechtsgang die de bisdommen kennen voor priesters en pastoraal werkers tegen wie klachten zijn geuit. „Zoals elke professionele beroepsgroep, wilden ook wij ons eigen tuchtrecht organiseren”, aldus Bulter.
De code bevat ethische normen waaraan een pastoraal werker zich moet houden. Zo mag hij voor zijn diensten geen giften aannemen, is hij gehouden aan zijn beroepsgeheim en zwijgplicht en mag hij geen seksuele relatie aangaan met iemand die hij pastoraal begeleidt.
Voor klachten over seksueel misbruik verwijst de beroepscode naar de bisschoppelijke instelling Hulp en Recht. Mensen die een klacht hebben over seksueel misbruik door een pastoraal werker, kunnen die ook bij het tuchtcollege deponeren. Maar het college is vooral bedoeld voor de „collegiale correctie.” Pastores kunnen er een klacht indienen als ze weet hebben van seksueel misbruik door een collega.
Pastores moeten onderlinge meningsverschillen over de ambtsuitoefening eerst onderling bespreken. Komen ze er niet uit, dan leggen ze het voor aan een groep collega’s, en vervolgens aan neutrale bemiddelaars. Daarna is nog bindende arbitrage door personen of instanties in de zeven VPW’s mogelijk. Pas als ook die geen oplossing biedt, komt het tuchtcollege in zicht.
In mei dit jaar meldde de instelling Hulp en Recht in een persbericht dat „de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland een volstrekt heldere procedure heeft voor de aanpak van seksueel misbruik.” Ze reageerde daarmee, op verzoek van de bisschoppenconferentie, op berichtgeving in de media als zou er in de RK-Kerk in Nederland sprake zijn van een doofpotcultuur. „Het is onjuist dat de kerk vervolging zou afkopen en van seksueel misbruik geen aangifte zou doen bij justitie.”
Volgens het bericht zijn sinds de oprichting van Hulp en Recht, in 1995, 180 meldingen van seksueel misbruik binnengekomen. „Dit resulteerde in 42 klachten, waarvan er 24 gegrond werden verklaard, waarop maatregelen volgden. In één geval was er sprake van verkrachting. Daarvan werd aangifte gedaan bij justitie.”