Dat zei Frits van der Vorst van Healthnet dinsdag vanuit de Afghaanse hoofdstad.Het Serena Hotel ligt in het hart van een zwaarbeveiligde buurt met regerings- en bankgebouwen, waar belangrijke mensen in gepantserde auto’s af en aan rijden. „Mensen zijn verbaasd dat de aanslag in dit gebied van de stad mogelijk is”, zei Van der Vorst.

Het aantal aanslagen in de hoofdstad is de laatste tijd fors toegenomen, vertelde hij. Begin december gebeurde het bijna dagelijks. Tot nu toe waren die in de stad zelf altijd gericht op politie en militaire doelen. Afgezien van de grote aanslag in Bagram tegen de Amerikaanse vicepresident Dick Cheney, is het volgens hem voor het eerst dat een aanslag op een diplomatiek doel isgepleegd. In elk geval in Kabul zelf. In het Serena was de Noorse minister van Buitenlandse Zaken met een delegatie aanwezig tijdens de aanslag.

Zelf heeft de programmamanager van het landelijk malariaprogramma van Healthnet echter niet het gevoel dat de aanslag op de hulpverleners is gericht. De Afghaanse hulpverleners waar hij contact mee heeft, denken dat het de Taliban er vooral om gaat te laten zien dat het voor hen weinig uitmaakt hoe sterk je een gebied beveiligt, vertelde hij.

Er gelden al strenge maatregelen van de Afghaanse overheid voor westerse hulpverleners. Zo zijn er reisbeperkingen en houden hulpverleners een „low profile” in de stad. Van der Vorst heeft nog van geen nieuwe maatregelen gehoord, maar meestal duurt dat een paar dagen zei hij. „Al met al maakt dit het werk van hulpverleners er niet makkelijker op.”