Pakistanen: Regering zit achter dood Bhutto
ISLAMABAD (AP) - Bijna de helft van de Pakistanen, 48 procent, denkt dat de moord op oppositieleidster Benazir Bhutto het werk is van de regering van president Pervez Musharraf of met de regering verbonden politici. Een veel kleiner aantal Pakistanen, 17 procent, denkt dat de taliban of al-Qaida de daders zijn, zoals de regering zegt. Dit blijkt uit een zondag gepubliceerde peiling.
Voormalig premier Bhutto vond op 27 december de dood in Rawalpindi, toen haar autostoet werd aangevallen door een zelfmoordterrorist. De precieze doodsoorzaak staat nog niet vast. Volgens ex-medewerkers van Bhutto is zij doodgeschoten. De regering, die vrijwel onmiddellijk met de beschuldigende vinger naar al-Qaida en taliban wees, meldde dat zij is omgekomen door hoofdletsel.Uit het onderzoek blijkt dat 23 procent van de Pakistanen de regering-Musharraf verdenkt van de moordaanslag, terwijl 25 procent denkt aan politici die banden onderhouden met de regeringspartijen. Slechts 17 procent verdenkt taliban of al-Qaida.
De Pakistaanse minister van Informatie, Nisar Memon, plaatste onmiddellijk vraagtekens bij de peiling. Hij zei niet te denken dat het onderzoek de opvattingen in Pakistan weerspiegelt. „Het is heel duidelijk dat de bevolking weet dat de terroristen verantwoordelijk zijn”, aldus Memon.
De achterdocht tegenover de regering is deels te verklaren uit de tegenstrijdige informatie die na de aanslag werd verspreid. Uit videobeelden bleek dat een man van dichtbij op Bhutto schoot terwijl zij met haar bovenlichaam uit het zonnedak van haar auto stak. Enkele seconden later werd de auto getroffen door een krachtige explosie.
De regering zei dat zij de dood vond doordat haar hoofd door de kracht van de explosie tegen een hendel van het zonnedak werd geslagen. Bhutto’s voormalige medewerkers houden staande dat zij is doodgeschoten. Een team van Scotland Yard doet onderzoek naar de moord.
De peiling werd verricht door Gallup Pakistan, een dochter van Gallup International, een gezaghebbend onderzoeksinstituut. Voor het onderzoek werden kort na de aanslag 1300 mannen en vrouwen in Pakistan ondervraagd. De foutmarge is 5 procent.
Musharraf liet zondag in een interview met het Amerikaanse tijdschrift Newsweek weten dat hij het stoffelijk overschot van Benazir Bhutto wil laten opgraven. Een lijkschouwing moet alle twijfels wegnemen over de manier waarop zij om het leven is gekomen. Volgens het staatshoofd willen Bhutto’s aanhangers geen sectie laten verrichten, omdat dan aan het licht komt dat hun versie niet klopt. „De hele oppositie probeert politiek gewin uit de zaak te halen”, aldus Musharraf.
De nicht van Benazir Bhutto, Fatima Bhutto, heeft intussen een felle aanval gedaan op de Bhuttodynastie. Na twee weken van stilte noemde de columniste Fatima in de zaterdageditie van The Times de Pakistaanse Volkspartij (PPP) die haar tante leidde „zoiets als een antiekwinkeltje dat overgaat van vader op zoon op kleinzoon op achterkleinzoon.” De 25-jarige, in Engeland wonende Fatima, ontkent dat zij zich voelt gepasseerd als partijleidster van de PPP.
Benazir Bhutto’s 19-jarige zoon Bilawal werd eind december uitgeroepen tot PPP-leider. Voor zijn achternaam Zardari plaatste hij daarvoor de naam van zijn moeders clan en familie Bhutto. Maar het is volgens Fatima „juist het probleem dat het weer een Bhutto moet zijn”. Het is gevaarlijk, het past geen partij die op democratische leest is geschoeid, aldus Fatima. „Wij moeten leren denken in platforms en niet in personen.” De Pakistaanse parlementsverkiezingen zijn op 18 februari gepland.