Evangelical teleurgesteld in Bush
„De staf van president Reagan belde bijna altijd terug als we telefonisch contact zochten. Die van George Bush deed dat vaak ook. Clintons medewerkers reageerden zelden. Maar de mensen rondom president George W. Bush bellen zelf. Zij vragen ons wat ze moeten doen. Het probleem is alleen dat Bush en zijn staf steeds minder goed naar ons luisteren.” Amerikaanse evangelicals zijn cynisch geworden als het gaat over hun relatie met het Witte Huis. De teleurstelling over Bush jr. is duidelijk.
Het leek allemaal zo mooi. Na jaren vol verbijstering over een regering geleid door Bill Clinton, een man die verslaafd bleek te zijn aan seks, stroomden na de presidentsverkiezingen van 2000 de harten van Bijbelgetrouwe Amerikanen over van dankbaarheid. Er kwam nu een gelovig christen aan de macht die ernst maakte met de moraal. George W. Bush had weliswaar donkere bladzijden in zijn levensboek, maar was daarvan verlost na zijn bekering. Hij noemde zichzelf „born again” en wilde vanuit zijn geloof leven.In de verkiezingsstrijd had hij meer dan eens gezegd dat Jezus Christus zijn belangrijkste politieke leermeester was, omdat de Zoon van God niet alleen sluitende theorieën had verkondigd maar vooral ook harten kon veranderen. Dat had Bush zelf bevindelijk ervaren. En om die verandering ging het uiteindelijk, zowel in het persoonlijke als in het politieke en het maatschappelijke leven.
De evangelicals moesten ver teruggaan in de geschiedenis om zulke Bijbelse taal uit het Witte Huis te horen. Misschien dat Abraham Lincoln nog het dichtste bij kwam, maar die regeerde bijna anderhalve eeuw geleden. Voor Bijbelgetrouwe christenen dus alle reden om dankbaar te zijn dat George W. het heft in handen nam.
Bovendien, Bush beloofde ook wel wat. Hij wilde de verwildering van de zeden een halt toeroepen, beloofde de abortuspraktijk te beteugelen, wilde de regels voor het stamcelonderzoek verscherpen en was verklaard tegenstander van de verdere homo-emancipatie. Daarnaast zei hij initiatieven van particuliere, dus ook kerkelijke, organisaties in het sociale werk te zullen stimuleren. Dat sprak evangelicals bijzonder aan. Hun geloof motiveert hen immers tot een innerlijke bewogenheid en gedrevenheid om wel te doen aan anderen en een stimulans van overheidswege was welkom.
Nationale biddag
Direct na zijn aantreden in 2001 nam de nieuwe president enkele besluiten die erop leken te duiden dat hij het niet bij woorden wilde laten. Bush riep op tot een nationale biddag en richtte een bureau op voor maatschappelijke acties op godsdienstige grondslag. Het waren -achteraf bezien- vooral symbolische maatregelen, maar er ging wel een signaal van uit en dat gaf de evangelicals een goed gevoel.
De oproep tot een biddag sloot aan bij hun vaste overtuiging dat het gebed het machtigste wapen is. En de vestiging van een bureau voor godsdienstige initiatieven leek werkelijk een bres te slaan in de regeringsvesting die op grond van de strengbewaakte scheiding tussen kerk en staat altijd een gesloten bastion was geweest voor religieuze acties. Kortom, de hoop werd steeds levendiger dat er na de decadente periode-Clinton onder leiding van deze nieuwe president een nationaal geestelijk reveil zou komen.
Na die eerste hoopgevende tekenen werd het voor de evangelicals wachten. Heel lang wachten. Voor een deel konden ze dat accepteren vanwege de onverwachte wending die de geschiedenis nam met de terroristische aanslagen van 11 september 2001. Maar naarmate de tijd voortschreed, bekroop hen toch een gevoel van teleurstelling. Een ethisch reveil bleef uit.
Dat bij de presidentsverkiezingen van 2004 de evangelicals zich nog niet van hem afkeerden, had enerzijds te maken met de Irakoorlog die inmiddels was uitgebroken en waarin zij hem wilden steunden en anderzijds met de nog diepere reserves jegens zijn Democratische tegenkandidaat, die op het terrein van ethische kwesties progressiever was.
Nu het laatste jaar van de tweede ambtsperiode ingaat en de verkiezingsstrijd voor een nieuwe president is begonnen, tonen de evangelicals zich beslist ontevreden. Met name op het punt van herstel van de moraal heeft Bush hen teleurgesteld. Weliswaar heeft hij een wet ondertekend tegen een vorm van abortus waarbij eerst het hoofdje van een kind wordt leeggezogen (”partial abortion”), benoemde hij conservatieve opperrechters en remde hij experimenten op het gebied van stamcelonderzoek, maar daar bleef het zo ongeveer bij.
Homohuwelijk
Belangrijk punt is dat Bush de legalisering van het homohuwelijk niet heeft kunnen keren. Integendeel, juist gedurende zijn presidentschap hebben veel Amerikaanse staten stappen gezet om het homohuwelijk te erkennen. Weliswaar heeft hij pogingen ondernomen om de echtverbintenis tussen homo’s onmogelijk te maken, maar dat is hem niet gelukt.
„Dat de president weinig inhoud heeft kunnen geven aan een ethisch reveil is de grote deceptie van evangelicals die voor de verkiezing van Bush hebben gestreden en gebeden”, zegt de Amerikaanse historicus en kenner van de evangelicale beweging Mark Noll. „Sommige evangelicale leiders zeggen hardop: Welke politicus kun je nog vertrouwen?”
Maar de teleurstelling over herstel van de moraal is niet het enige. Evangelicals raken in toenemende mate verontrust over het verloop van de strijd in Irak. Noll: „Steeds meer vragen zij zich af hoe zinvol het is de oorlog voort te zetten. Het groeiend aantal slachtoffers aan Amerikaanse zijde is daarbij zeker van invloed. Maar belangrijker is nog dat de vraag steeds luider wordt gesteld of Bush wel eerlijk is geweest in zijn voorlichting over de aanwezigheid van nucleaire wapens. Dat was immers de reden om die oorlog te beginnen. Nog steeds is het bewijs niet geleverd. Sterker, min of meer wordt erkend dat er een verkeerde inschatting is gemaakt.”
Daarnaast wijzen verschillende evangelicale leiders op het falen van de regering bij de orkaan Katrina. „Aanvankelijk bagatelliseerde de regering de omvang van de ramp. De hulpverlening door de federale overheid kwam traag op gang. Dat rekent de publieke opinie Bush zwaar aan en zeker evangelicals, die veel nadruk leggen op hulp aan mensen in nood. Heel lang hebben ze in Washington ook ontkend dat dergelijke natuurrampen iets te maken hebben met veranderingen op het gebied van het klimaat. Steeds meer evangelicals denken echter dat dit wel zo is”, aldus Jim Brown van het christelijke persbureau OneNewsNow in Tupelo.
Mark Noll wil niet alle schuld bij Bush leggen. „Politieke veranderingen gaan nu eenmaal heel langzaam. Het is veel te optimistisch te veronderstellen dat een maatschappelijke omkeer in enkele jaren wordt bereikt. Dat vergeten evangelicals nogal eens. Hun denken is gestempeld door de revivalmentaliteit: een opwekking komt onverwacht en is snel, hevig en ingrijpend en leidt bovendien tot overtuigende resultaten. Wanneer de geest in de gemeenten waait, kan dat. Wanneer een verandering door politieke besluitvorming tot stand moet komen, vergt dat geduld. De verwachtingen van de evangelicals waren dus niet realistisch.”
Dat neemt niet weg dat Noll van mening is dat de evangelicals niet meer per definitie een Republikeinse kandidaat zullen steunen. „Ik kan dat niet uitsluiten. Maar het imago van de partij dat die minder libertijns is en zich meer zorgen maakt over waarden en normen, heeft ze onder Bush en ook dankzij Bush wel verloren. Als er een goede Democratische kandidaat komt die zich duidelijk als prolifepoliticus profileert, kan er zo een massale bekering van evangelicals naar die partij komen. Ik zie onder de huidige kandidaten echter niemand die daarvoor in aanmerking komt.”
Bittere pil
Over de betekenis van de evangelicale beweging binnen de Amerikaanse politiek is Noll somber. „Ik denk dat de evangelicals over het hoogtepunt van hun invloed heen zijn. Eind jaren negentig hadden zij de wind mee: er was algehele onvrede bij de Amerikanen over de decadentie in Washington. Daarom sprak de evangelicale boodschap van handhaving van strenge ethische normen in de samenleving. Bush paste daar behoorlijk goed bij. Inmiddels blijken de resultaten van Bush tegen te vallen. Daar zijn niet alleen de evangelicals over teleurgesteld, maar ook mensen buiten die beweging. En zij rekenen daar min of meer de evangelicals ook weer op af. Zo van: van de Bijbelgetrouwe christenen hoef je het ook niet te verwachten. Dat is een bittere pil voor de evangelicals.”