Opinie

Tussen tolereren en dulden

De koningin proclameerde in haar kerstboodschap tolerantie. Kamerlid Wilders bleek boos. Op diverse niveaus in de maatschappij bloeide daarna spontaan een gesprek op over het wenselijke van verdraagzaamheid. In ons lieve landje is in zekere zin sprake van een luxediscussie. Mensen kunnen het zich permitteren hun mening vrij uiteen te zetten. Bij de gratie van een relatief rustige samenleving. Van stelselmatige, fysieke vervolging is geen sprake. Homo’s, moslims, of ketters gaan in Holland niet in vlammen op.

G. Roos
11 January 2008 19:38Gewijzigd op 14 November 2020 05:26

De spontane discussies voltrekken zich democratisch, in het spanningsveld van conservatisme en liberalisme. Of ze krijgen vorm in het kader van het contrast tussen rechts en links. Mensen praten ook over verschillen tussen christelijk en niet-christelijk.Daar is niets op tegen. Het debat over tolerantie is niet altijd gerelateerd aan wrijving tussen etnische groepen. Het betreft -veel breder- vaak de levensstijl. En ethiek heeft altijd een relatie met religie. Juist als er van enige relatie geen sprake is…

Misschien roept mijn waarschuwing dat het actuele debat over tolerantie gemakkelijk iets weg heeft van een luxediscussie, verzet op. Want omwonenden willen toch de klok van de Margarita Mariakerk in Tilburg laten zwijgen? De SGP ziet zich toch gedwongen haar standpunt ten aanzien van vrouwen te veranderen? Vind ik dat niet erg? Zeker. Maar daarmee zijn geen mensenlevens gemoeid. Van grof geweld of levensbedreigend vandalisme is geen sprake. Dat ligt in andere landen vaak anders.

Aanvallen
Bij de drie opmerkingen die ik ga maken, wijs ik eerst op vijf voorbeelden van grove intolerantie. Met Kerst gingen in Oost-India acht dorpskerken en tien huizen van christenen in vlammen op. Hindoes zeiden dat die christenen mensen van een lage kaste wilden bekeren. Maar christenen vinden dat zoiets hun goed recht is. In elk geval nemen de aanvallen op christenen en moslims in India sterk toe. Sommige deelstaten vaardigen wetten uit die het overgaan naar een andere religie verbieden.

In de Iraakse stad Bagdad bleken op 6 januari een nonnenklooster en twee kerken in verschillende wijken van de stad het doelwit van een aanval met autobommen. En in de belangrijke stad Mosul aan de Tigris vormden drie kerken ook het mikpunt van geweld. De orthodoxe geestelijke Bashar Warda meent dat de autobommen een duidelijk waarschuwing vormen van moslims aan het adres van christenen in Irak. Woensdag beschadigden moslims met autobommen twee kerken in de stad Kirkuk.

Eind november kregen radicale moslims in Indonesië het voor elkaar dat de overheid twee christelijke kerken in verschillende delen van Jakarta sloot. Zij vielen het huis van een baptistenpredikant aan. Ze vernielden deuren en ramen en namen bezittingen van de dominee weg. Verder protesteerden moslims bij een rooms-katholieke kerk -het voorwendsel was dat de parochie geen vergunning zou hebben voor vergroting van het kerkgebouw- door luidkeels Allahu Akbar te scanderen: Allah is groot.

In de Nigeriaanse stad Bauchi gingen halverwege december drie kerken in vlammen op en vonden tien personen de dood door destructief gedrag van moslimstudenten. Tientallen huizen van christenen werden een prooi van het vuur. Christenen wisten zich bedreigd met messen. Het actuele geweld in Kenia is van een andere orde. Diverse stammen verdragen elkaar niet. En die intolerantie gaat gepaard met wraak van armen op eigendommen van voor rijker doorgaande leden van andere stammen.

Christenen verdedigden ooit antisemitisme en pogroms. In 722 hakte Bonifatius in Geismar -voor de ogen van heidense stammen- de aan Thor gewijde heilige eik om. In zulke situaties blijkt democratische discussie over tolerantie slechts nog een vrome wens. Als religieuze of ideologische tegenstellingen en etnisch verschil concreet handen en voeten krijgen, hebben mensen slechts het vege lijf te redden. Vanuit die optiek schreef ik dat het debat over tolerantie iets heeft van een luxediscussie.

Religie
Tweede opmerking bij het thema tolerantie. Het bleek al dat discussies over verdraagzaamheid vaak -hoewel niet altijd-met godsdienst te maken hebben. Die hint bedoelt christenen waakzaam te maken. Tolerantie was een wezenskenmerk van talloze antieke godsdienstvormen. Verdraagzaamheid hoort bij elke religie „voor wie het goddelijke de achtergrond en keerzijde van al het tijdelijke is”, aldus dr. H. Berkhof in zijn anno 1942 als onderduiker geschreven boek ”De kerk en de keizer”.

De theoloog legde tevens uit waarom christenen toch telkens op een andere manier over tolerantie denken. „De diepste reden waarom het christendom in het Romeinse Rijk een ’onmogelijk’ iets was, is eenvoudig. Het was de exclusiviteit van het christelijk Godsgeloof. Er waren genoeg vreemde godsdienstvormen met eigenaardige riten in het rijk. Deze waren alle verdraagzaam.” Met christenen lag dat anders, zo betoogde Berkhof. Het christendom kon kennelijk zijn exclusief karakter niet verloochenen.

In de geschiedenis blijkt de enkele, praktische discussie over tolerantie bovendien soms uit te lopen op akelige tweedracht. Ds. P. Datheen begaf zich in 1578 naar de Zuid-Nederlandse stad Gent. Daar keerde hij zich met de politieke leider Hembyze tegen de tolerantie van Willem van Oranje. De prins zocht godsdienstvrede. Maar Hembyze en zijn aanhang eisten dat ook alle seculiere ambtsdragers het rooms-katholicisme afzwoeren. Hij dwarsboomde het verdraagzame beleid van Oranje.

Dr. R. H. Bremmer zei daarover in ”De Nationale synode te Middelburg in 1581”: „Er kan in een jaar veel gebeuren. In juni 1578 presideerde Datheen de nationale synode van Dordrecht. Een jaar later had hij zijn reputatie in de Nederlanden, althans in het oog van Oranje en diens medestanders, tot op de grond afgebroken.” De oorzaak was onenigheid over de grenzen van de tolerantie. Oranje zocht godsdienstvrijheid. Datheen toonde zich een man van strikt rechte lijnen en toonde zich weinig tolerant.

Wilders is niet gereformeerd. Wel hebben zijn controversiële uitspraken te maken met levensbeschouwing. Ooit schreef een ethicus: Alles is politiek. Ik vul die uitspraak aan: Zelfs geseculariseerde politiek heeft te maken met religie. Aan de basis van discussies over tolerantie ligt kennelijk vaak een verschil in ideologische of religieuze visie. De kern van de christelijke religie, door gelovigen als exclusief erkend, spoort niet met wat zich binnen het pluralisme aandient als spiritueel of seculier.

Niet verkeerd
Koningin Beatrix bepleitte op het kerstfeest tolerantie. Dat bracht Kamerlid Wilders tot woede. En verdraagzaamheid hoort bij elke religie „voor wie het goddelijke de achtergrond en keerzijde van al het tijdelijke is.” Het optredend geweld in de wereld wekt bij menigeen wellicht argwaan in de richting van tolerantie. Verdient dan de verdraagzaamheid van de koningin bijval? Of is het goed zich juist te verenigen met de intolerantie van parlementariër Wilders? Het is tijd voor mijn derde opmerking.

Christenen mogen het begrip tolerantie niet minachten. De Bijbel spreekt erover. De apostel Paulus schrijft in 2 Korinthe 6:4: „Maar wij, als dienaars van God, maken onszelven in alles aangenaam, in vele verdraagzaamheid, in verdrukkingen, in noden, in benauwdheden.” Jakobus verwijst naar de voorbeeldige verdraagzaamheid van Job (Jakobus 5:11). Veel vaker nog komt het begrip lijdzaamheid -dat ligt dicht in de buurt van het woord verdraagzaamheid- in het Nieuwe Testament aan de orde.

Die tolerantie mag bij een christen niet het karakter dragen dat hij graag altijd en alles, of tenminste vaak en veel verdraagt, wat in strijd is met zijn gereformeerde overtuiging. Verdraagzaamheid mag nooit verbloemen dat degene die haar in praktijk brengt eigenlijk gebrek heeft aan eigen overtuiging of aan liefde tot de waarheid. Tolerantie kan een uitdrukking vormen van: „Zoals de wind waait, waait m’n jasje.” ’t Kan vormgeven aan vergaande vrees voor bloedvergieten, „Alstublieft, geen doden!”

Wie zulke verdraagzaamheid gaat koesteren dreigt te vervallen tot de alledaagse, in feite seculiere godsdiensten. Tot religie die „de keerzijde van al het tijdelijk is.” En inderdaad: dan kan de geschiedenis leren dat tolerantie een basis biedt om spanningen te boven te komen en conflicten te overwinnen. Mensen die in het spoor van Calvijn wensen te gaan, dienen echter te bedenken dat zulke religieuze tolerantie geen christelijke wortels heeft. Zij is eigenlijk afkomstig van het liberalisme.

Bijbelse tolerantie betekent van huis uit echter: geduldig verdragen, trotseren, dulden, volharden. Die betekenis heeft een wat minder toegeeflijke ’geur’ dan verdraagzaam. „Het veronderstelt”, aldus Berkhof, „bij de duldende het besef dat hij de waarheid aan zijn kant heeft en dat andere opvattingen er eigenlijk niet behoorden te zijn, maar ook, dat deze opvattingen om bepaalde redenen niet gewelddadig mogen worden onderdrukt. Zulk een tolerantie behoort (…) bij de christelijke kerk.”

Wandelaar
Mr. G. Holdijk noemde in een interview in Wapenveld ooit als „een zeer wezenlijke notie van tolerantie: het verdragen en verduren van kritiek, ook al tracht je iedereen zoveel mogelijk recht te doen en te respecteren.” Dat dulden verschilt volstrekt van het via interreligieuze dialoog of op een andere manier prijsgeven van religieuze eigenheid. Laat hindoes, moslims, christenen, autochtonen en allochtonen en allerlei onderscheiden etnische groepen elkaar op die manier maar dulden.

Vanuit die optiek -dulden van kritiek; pogen om ieder te respecteren en recht te doen- kan nog veel worden gezegd en geschreven. Op die manier blijft het mogelijk om, zoals mr. G. Groen van Prinsterer voorstond, ”de wandelaar” te waarschuwen „tegen een dwaalspoor, de arbeider tegen het verspillen der krachten aan ijdel werk, de hongerigen en dorstigen tegen het uitwegen van geld voor wat geen brood is, tegen het uithouwen van gebroken bakken, waaruit het water wegvliet.”

Velen wekken de indruk dat zij onder tolerantie niet veel meer verstaan dan assimilatie aan een steeds verder seculariserende, heidens ogende cultuur. Over het diepste verstaan door koningin Beatrix van het begrip tolerantie ben ik niet bij machte mij uit te spreken. Het zou grote winst zijn als zij ging in de sporen van Groen. Maar het valt te vrezen dat Wilders zelfs van dulden niet wil weten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer