Dat heeft de bewindsvrouw woensdag geschreven in een brief aan de Tweede Kamer.Uit onderzoek is Bussemaker gebleken dat de 5000 mensen die extra zorg nodig hebben maar moeilijk van de wachtlijst komen, ondanks tal van initiatieven om verzorgingsinstellingen uit te breiden. De dementerenden en gehandicapten krijgen overigens al wel thuis zorg aangeboden, maar dat is niet voldoende.

De staatssecretaris vermoedt dat de wachtlijst -de gegevens van het onderzoek hebben betrekking op 1 januari 2007- is ontstaan doordat zorgkantoren niet tijdig hebben ingespeeld op de vraag naar zorg. De bewindsvrouw vindt dat zorgaanbieders extra aandacht moeten gaan besteden aan dementerende ouderen en aan licht verstandelijk gehandicapte jongeren.

De groep van 5000 mensen die op de wachtlijst staan maakt 6 procent uit van de totale groep van 75.000 mensen die op een wachtlijst staan. In 2006 stonden er nog 68.000 mensen op een wachtlijst. De lijst is dus gegroeid, maar daar maakt de staatssecretaris zich nog geen zorgen over.

De toegankelijkheid van de AWBZ-zorg is over het algemeen goed geregeld, maakt Bussemaker uit een onderzoek op. Bijna negen van de tien dementerende ouderen en gehandicapte jongeren ontvangen binnen de gestelde termijn de juiste zorg.

Bij de mensen die niet op tijd de juiste zorg krijgen, geldt voor een aantal dat ze wachten op een plaats in de zorginstelling waar ze het liefst heen gaan. Anderen zien nog even af van extra zorg of zijn tevreden met de lopende verzorging. De 5000 mensen die resteren zijn degenen die moeilijk van de wachtlijst af te krijgen zijn, de zogeheten „problematisch wachtenden.”