Romance in revolutionair Rusland
Titel: ”De vroedvrouw van Sint-Petersburg”
Auteur: Linda Chaikin
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2007
ISBN 978 90 435 1370 8
Pagina’s: 345
Prijs: € 19,95.
Linda Chaikin wordt door de Nederlandse uitgever betiteld als een schrijfster met een passie voor geschiedenis. Dat lijkt niets te veel gezegd. Na series over de situatie in het Midden-Oosten rond de Eerste Wereldoorlog, over een zijdeplantage in Brits-Indië, nu een boek over Rusland: ”De vroedvrouw van Sint-Petersburg”. Ook in dit boek blijkt de schrijfster sterk in het schilderen van een verhaal tegen een historische achtergrond. Hoofdpersoon is Karina Pesjkova, dochter van Josef Pesjkova, die behoort tot de lagere landadel en zijn grondgebied in Kiev heeft. „Het is haar wens om te worden toegelaten tot de medische opleiding in Sint-Petersburg en te volgen in de voetsporen van haar moeder, een joodse vroedvrouw”, meldt de achterflap. Maar er staan nogal wat zaken in de weg om dat doel te kunnen bereiken: het feit dat ze geen goede kruiwagen heeft voor de toelating en dat haar vader haar liever uithuwelijkt aan Ilja, die een goede opvolger kan zijn op het boerenbedrijf in Kiev. Voor dat laatste is de oudste zoon Sergej niet beschikbaar, want die moet advocaat worden. Tegelijk is hij ook een negatieve factor als het gaat om Karina’s toelating tot de medische opleiding, omdat hij zich wat al te openlijk tot een volgeling van de Russische bolsjewieken verklaart. Dat, tezamen met de Joodse achtergrond van haar moeder, maken Karina’s kansen op toelating in het antisemitische en autocratische Rusland van 1914 nagenoeg minimaal.
De spanning loopt op als de plaatselijke politiecommandant tijdens een overval op een bolsjewistische bijeenkomst de dood vindt. De verdenking valt al snel op Sergej, die alleen de dans ontspringt doordat zijn vader bewust de schuld op zich neemt en in de Petrus en Paulusvesting in Sint-Petersburg gevangen wordt gezet.
Als Karina en haar moeder later een andere politieman uit noodweer doden, kunnen ze niet langer in het ouderlijk huis blijven. Ze vestigen zich in Sint-Petersburg. Daar doemen ondanks de ziekte van moeder Jeva een aantal lichtpuntjes op. Allereerst is er het geloof van Karina’s Joodse oom professor Menkin, die er door studie van de Bijbel steeds meer van overtuigd raakt dat de Joodse rabbi Jezus de beloofde Messias is. Door het intensieve contact tussen Karina en haar oom valt dit geloof ook haar ten deel. Verder is er de positieve ingang die ze bij de medische opleiding in Sint-Petersburg vindt.
En ten slotte is er ’haar’ Alex Kronstadt. Deze kolonel heeft eerst een relatie met Karina’s nicht Tatjana Roskov, die gaandeweg meer een femme fatale voor hem blijkt te zijn. Aan het einde van het boek keert hij gelukkig van zijn dwalende schreden terug en vinden Karina en Alex elkaar te midden van het rumoer der Kozakken, die een opstand in Sint-Petersburg neerslaan.
De stijl van het boek is op veel plaatsen overdadig. Een zin als: „Ze zou dromen van de dag dat ze hem weer zou zien (…) - de dag dat de rozenknop ontbloeide tot een volle, rode roos” is mij wat te gepassioneerd.
Het is jammer dat de vertaling op sommige plaatsen de finishing touch mist. Constructies als „op kunstvaardige wijze” en een tante, die „voldoening ontleende op basis van de hoeveelheid voedsel wat haar familie verorberde” doen een teveel aan haast bij het vertalen vermoeden.