Comrie, Kersten, Tukker, Piper
Tachtig jaar geleden werd NV Nieuwsblad en drukkerij De Banier opgericht om het gelijknamige dagblad van de SGP te publiceren. Bij de overname van het boekenbedrijf door de Erdee Media Groep blikken Karel en Ringer Otte terug op de geschiedenis van hun uitgeverij. Decennialang heeft De Banier de gereformeerde gezindte voorzien van stapels stichtelijke en verstrooiende lectuur: Brakels ”Redelijke godsdienst”, de Bijbelverklaring van Matthew Henry, de ”Gebedsgestalten” van ds. F. Bakker. En de GezinsGids, die straks onafhankelijk van het boekenbedrijf verdergaat.
Drie generaties Otte staan er aan het roer van het bedrijf. J. P. Otte, 98 jaar oud, woont nog altijd op de bovenverdieping van het bedrijfspand en blijft zodoende betrokken bij alles wat er beneden gebeurt. Zijn zoon Karel Otte (61) vormt sinds jaren het gezicht van uitgeverij De Banier. En kleinzoon Ringer Otte (32) heeft de leiding over de productie van de GezinsGids en BimBam.De boeken rijzen tot aan het plafond in het statige pand aan de Utrechtse Brigittenstraat. Twee langgerekte wanden vol. Aan de ene kant theologie en stichtelijke werken, aan de andere kant romans en kinderboeken - van elke Banieruitgave uit de geschiedenis een of meer exemplaren. Daartussenin een enorme vergadertafel met leren stoelen, afkomstig uit een raadzaal.
„Onze uitgeverij is door de naam van ds. Kersten gevormd”, vertelt Karel Otte. „En aan die oorsprong hebben we ook vastgehouden. Al zijn er in de loop van de tijd genoeg dingen veranderd, we hebben ons als bedrijf steeds in het reformatorische gebied bewogen. We richten ons op de reformatorische lezer. Daarom sluit de missie van onze uitgeverij ook aan bij die van de Erdee Media Groep: we hebben dezelfde achterban.”
Handelsdrukkerij
De Banier begon in 1928 in Rotterdam als uitgever en drukker van het Dagblad der Staatkundig Gereformeerde Partij ”De Banier”, terwijl ook het andere drukwerk van de SGP er verzorgd werd. Twee jaar later trad vader Otte er in dienst als boekhouder-administrateur - het bedrijf, waarvan honderden SGP-partijleden aandeelhouder waren, was toen nog voornamelijk een handelsdrukkerij. Toch werd er ook in de vooroorlogse periode af en toe een boek uitgegeven. De eerste titels waren ”Eigenschappen des geloofs” van A. Comrie en ”Verbond der genade” van Th. Boston.
Tijdens de oorlogsjaren werd het bedrijfspand in beslag genomen en werd de krant opgeheven, hoewel het blad onder leiding van NSB-hoofdredacteur A. Kaptein eerst een tijdlang een omstreden koers voer. Ds. Kersten distantieerde zich daar overigens uitdrukkelijk van, maar kon niet ingrijpen omdat het bedrijf door de bezetters gevorderd was. De Banier verhuisde in 1942 naar Rhenen, waar soms drukorders werden uitgevoerd die het gedachtegoed van de SGP niet bepaald weerspiegelden, maar waar ook jarenlang een onderduiker in dienst was.
Vader en zoon Otte vinden het soms lastig dat De Banier met die geschiedenis wordt geassocieerd. Karel: „We hoeven de feiten niet te verzwijgen, maar achteraf wordt er vaak te simpel geoordeeld over de situatie van toen. In de oorlogsjaren zijn heel veel dingen onduidelijk en onzeker geweest. Ik ben ervan overtuigd dat alle negatieve publiciteit rond ds. Kersten op dat punt onterecht is. Die man heeft zulke goede bedoelingen gehad met de SGP. Hij had geen enkele gedachte aan heulen met de vijand, hij heeft zelfs Joden geholpen. Zijn leven lang is hij heel bewogen geweest over de vervlakking onder zijn tijdgenoten. Hij had een positieve instelling: de mensen bij God en Zijn Woord brengen. Maar hij wees ook op de andere kant: als je niet luistert, moet je de gevolgen maar ondergaan. In dat licht kan ik me voorstellen dat hij in de oorlogsjaren gezegd heeft: Nu zijn we bezet, dat is een oordeel van God en daar hoef je, gezien je eigen gedrag, niet van op te kijken.”
Ringer: „Ik heb altijd gehoord dat ds. Kersten zijn eigen persoon helemaal niet belangrijk vond. Er is onlangs een boekje over zijn jeugd en verdere levensloop uitgegeven, maar dat is iets wat hij zelf nooit heeft gewild. Mijn opa vertelde hoe hij dat voortdurend benadrukt heeft: „Je mag overal over schrijven, over mijn werk als dominee, mijn werk als politicus, maar niet over mijn privéleven. Dat zijn snuisterijen waar niemand wat aan heeft.” Het ging hem om het doorgeven van de boodschap, dat was belangrijker dan iets over jezelf vertellen. En dat is wat wij als uitgevers ook altijd geprobeerd hebben.”
Doorgeefluik
Na de oorlog werd J. P. Otte -inmiddels getrouwd met een dochter van ds. Kersten- directeur van De Banier. Het bedrijf verhuisde naar Utrecht, later naar Vianen, om in 1970 definitief terecht te komen aan de Utrechtse Brigittenstraat. Bij die laatste verhuizing werd de drukkerij -waar ook bladen als De Saambinder en Protestants Nederland van de persen rolden- verkocht. Een jaar eerder, in 1969, was immers besloten dat De Banier zich in de toekomst slechts zou richten op het uitgeven van boeken: de uitgeefactiviteiten waren in de loop van de jaren steeds belangrijker geworden. Vanaf dat moment was er ook sprake van een familiebedrijf in eigenlijke zin: De Banier ging verder als bv, met als enige aandeelhouders de beide directeuren, vader en zoon Otte. Negen jaar geleden kwam kleinzoon Ringer het tweemanschap versterken, waarbij hij zich specialiseerde op het terrein van de tijdschriften.
Hoe heeft uitgeverij De Banier zich in de loop van de tijd ontwikkeld?
Karel: „We hebben ons altijd op het reformatorische volksdeel gericht, zonder speciaal met één kerkverband verbonden te zijn. Daarbij hebben we een belangrijke constante met de uitgave van oudere theologie. Daar blijft altijd vraag naar: Comrie, Brakel, Kersten, Immens, Matthew Henry, de Erskines. Alleen procentueel is die vraag misschien wat minder geworden, maar dat komt doordat de omzet in z’n geheel is gestegen.”
Na de tijd van ds. Kersten is het fonds toch ook behoorlijk breder geworden?
Ringer: „Ds. Kersten was een duidelijke man met een helder doel: hij wilde een boodschap doorgeven. Dat willen wij als bedrijf nog steeds. God doet grote dingen, maar die dingen hoort niet iedereen zomaar vanzelf. Daar heb je de media voor nodig: kranten, tijdschriften, boeken. Zo kun je als uitgeverij een doorgeefluik zijn. Wij willen nadrukkelijk nog altijd dezelfde boodschap brengen, maar dan op een manier die past bij onze tijd. De GezinsGids voert als slogan ”Identiteit voor nu” - dat illustreert het heel goed.”
Karel: „Het product dat wij op de markt brengen, moet de lezers van de gereformeerde gezindte iets positiefs meegeven. Daarbij proberen we over kerkmuren heen te kijken, de breedte te blijven zien. Dat is een van de redenen waarom we nogal wat vertaalde theologie uitgeven. Nederlandse predikanten dragen meteen een etiket, kunnen niet los worden gezien van hun kerkverband. Met buitenlandse auteurs heb je daar minder last van.”
Kwaliteit
De boeken van theologen als Piper en Murray kun je toch niet zonder meer in de traditie van ds. Kersten zetten?
Karel: „Onze missie is niet veranderd, maar we zijn als uitgeverij wat breder geworden - dat geldt trouwens voor alle reformatorische uitgevers. Het oude fonds is gebleven, en daarnaast hebben we nieuwe theologen ontdekt. Dat is ook onze taak als uitgever: schrijvers signaleren die passen bij onze doelgroep, die onze lezers iets goeds te bieden hebben. Als je zelf iets moois ontdekt hebt, wil je dat graag ook aan een ander laten zien. Wat dat betreft is er ook wel sprake van een persoonlijke missie.”
Ringer: „De vorm is meer veranderd dan de inhoud. Ik denk dat onze identiteit behoorlijk stabiel is gebleven, maar een mooie, eigentijdse vormgeving is steeds belangrijker geworden. Daar zijn mensen van mijn generatie op gericht. Verder is de tijd van de prekenbundels voorbij, we vragen auteurs nu eerder een bepaald thema te behandelen. De begeleiding van schrijvers is de laatste tijd ook een stuk verbeterd - eigenlijk is het allemaal veel leuker en interessanter geworden dan het vroeger was.”
Karel: „De afgelopen jaren zijn we veel bezig geweest met kwaliteitsverbetering, daar hebben we hard aan gewerkt. Op dit moment hebben we een heel acceptabel niveau bereikt. We zouden net een vertegenwoordiger in dienst gaan nemen om de markt nog beter te bereiken - eigenlijk zitten we momenteel op een hoogtepunt.”
Over kwaliteit gesproken: kan het gehalte van de romans niet verder omhoog?
Ringer: „Aan de boeken van iemand als Leendert van Wezel worden hogere eisen gesteld dan aan romans uit bijvoorbeeld de Vlinderserie. Er is nu eenmaal verschil in auteurs, en lezers.”
Karel: „Veel romans zijn misschien niet van topkwaliteit, het zijn eenvoudige verhalen, makkelijk leesbaar. Maar ze voorzien wél in een behoefte: ze worden goed verkocht en ook veel besteld door bibliotheken. Met Amerikaanse fictie kunnen wij vaak niet uit de voeten, het sfeertje past niet altijd bij ons lezerspubliek, en bovendien hoeft een verhaal voor ons niet bol te staan van de actie en de sensatie. Daarin zijn we behoorlijk selectief. De historische romans van Elyse Larson vinden we bijvoorbeeld wél acceptabel, daarvan hebben we dus ook meteen de rechten gekocht. Maar op het gebied van fictie is de spoeling behoorlijk dun geworden. Vandaar dat we ook veel kinderboeken uitgeven.”
Hoe moeilijk was het om een bedrijf met zo’n lange geschiedenis van de hand te doen?
Karel: „We zijn er lang mee bezig geweest, hebben er -als drie generaties- ook vaak over gepraat. Toen kwamen we toch tot de conclusie dat er geen opvolger was voor het bedrijf als geheel. De verschillende onderdelen vragen inmiddels zo veel aandacht dat het te veel zou zijn voor één persoon. En Ringer heeft voor de GezinsGids gekozen.”
Ringer: „Ook mijn opa is daar heel nuchter in geweest. Natuurlijk is het nu een familiebedrijf, natuurlijk is het jammer. Maar het gaat om een bedrijf, niet om je leven. Die emotie was er natuurlijk wel, maar die was niet bepalend voor onze beslissing.”
Karel: „We hadden nog een paar jaar kunnen wachten, maar met de Erdee Media Groep kregen we een goede kans. Toen zeiden we tegen elkaar: dan moeten we ook maar meteen doorzetten. Wij laten de uitgeverij los, en we gaan in dit pand verder met de GezinsGids en BimBam.”
Bestsellers
”Gebedsgestalten” van ds. F. Bakker. „Daarvan hebben we meer dan 150.000 exemplaren verkocht. Het boekje is ook in verschillende talen vertaald, vaak voor evangelisatiedoeleinden. Dat wordt dan vaak gedaan zonder rechten te betalen.”
”Verklaring van het Oude en het Nieuwe Testament” van Matthew Henry. „De uitgave in twee delen is een groot succes geworden: iets beknopter en leesbaarder dan de negendelige van vroeger. De 12e druk is net verschenen, mét cd-rom.”
De fotografische herdruk van de Ravesteijn Statenbijbel uit 1657. „Daar hebben we er de laatste dertig jaar 8000 tot 9000 van verkocht. Terwijl het toch om een uitgave gaat die nu 475 euro kost.”
De ”Prummeltje”-serie van A. Vogelaar-van Amersfoort en de ”Maaike en Marijke”-serie van Jannie Koetsier-Schokker. „Die kinderboeken hebben altijd goed verkocht. De Prummeltjeverhalen zijn al wat ouder, maar we hebben net weer een mooie, nieuwe herdruk gemaakt.”
Breder en nóg beter
Peter Boer, de nieuwe directeur van uitgeverij De Banier, heeft een hele lijst met ideeën die hij de komende tijd graag wil verwezenlijken. Het bieden van kwaliteit staat echter voorop. „In de afgelopen jaren is daar al veel werk van gemaakt, dat wil ik graag voortzetten. We moeten kritisch zijn op manuscripten die worden aangeboden. Een goede begeleiding van auteurs is daarbij van groot belang. Ik zie overigens met belangstelling uit naar nieuw talent van eigen bodem.”
Boer wil het bestaande fonds van De Banier onder meer uitbreiden met werken van puriteinen. „Ik denk ook aan uitgaven op het terrein van de (kerk)geschiedenis, opvoeding en (medische) ethiek. Ook pastorale en meditatieve boeken passen goed in het fonds. En wellicht kunnen we wat meer prentenboeken uitgeven. Nostalgie doet het momenteel ook erg goed. Het boekje over de jaren vijftig met fotomateriaal van RD- en Terdegelezers was een groot succes.”
De -bestaande- samenwerking met de John Bunyanstichting en de Gereformeerde Bijbelstichting wil Boer graag voortzetten. „Maar misschien zijn er ook zaken te doen met bijvoorbeeld het Prof. dr. G. A. Lindeboom Instituut als het gaat om medisch-ethische onderwerpen.” Boer zegt ook te hechten aan een goede relatie met collega-uitgevers.
Boeken die een directe relatie hebben met de Erdee Media Groep (EMG) -uitgever van onder meer Reformatorisch Dagblad en Terdege- krijgen een eigen label of imprint. „De bundeling van afleveringen ”Kerkhistorie met een knipoog” uit het RD blijft zo herkenbaar als EMG-product. Ik hoop dat we in de toekomst gebruik kunnen maken van het grote potentieel aan schrijvers rondom RD en Terdege. Het moet mogelijk zijn om allerlei actuele onderwerpen verder uit te diepen en in boekvorm aan te bieden.”
De definitieve overname van De Banier door EMG hangt overigens nog af van de officiële goedkeuring door de Stichting Reformatorische Publicatie, houder van het prioriteitsaandeel van de EMG, en van een onderzoek van de financiële administratie van De Banier door de EMG.