Viool bouwen vraagt weinig ruimte
Haar werkplaats past bijna in een poppenhuis; hij heeft de breedte van een deur en een diepgang van slechts enkele meters. Machines ontbreken, de elektriciteit is alleen voor het licht. Maar haar violen zijn gewild onder bekende solisten. Jamie Marie Lazzara stelt weinig eisen aan het leven: „Geld heeft niet mijn interesse en beroemd ben ik al.”
Wie niet goed oplet, loopt Lazzara’s werkplaats voorbij. Logisch, op de Via Dei Leoni trekt het Palazzo Vecchio alle aandacht. Vanaf de zijkant heeft het geel natuurstenen gebouw iets lugubers. Achter die hoge muren is vanaf 1300 het wel en wee van de stad bepaald. De stadsbestuurders besloten daar tot hun oorlogen met de omliggende stadstaten of -even gemakkelijk- tot vredesonderhandelingen. Tot een economisch verdrag dan wel een financiële boycot.De zijingang is niet bestemd voor publiek. Bewakers schermen de oprit af en zorgen zo ongewild ook voor de bewaking van Lazzara’s atelier en de andere kleine winkeltjes en restaurantjes in de straat.
Om een foto van Lazzara’s werkplaats te maken moet eerst de deur uit zijn hengsels worden gelicht, de groothoeklens op zijn breedst gezet. Vooraf de boel een beetje opruimen heeft geen zin, is onbegonnen werk. De charme van de werkplaats zou er trouwens door verloren gaan. Niet voor niets kozen filmmakers (van ”Hannibal” en ”Leonardo da Vinci”) de werkplaats als decor voor hun opnames.
Rechts langs de wand staat een smalle werkbank, in een nisje links een bureau. Tegen de wanden hangen de mallen voor violen, op een plank staan de bakjes met pigment opgetast, die haar instrumenten de juiste kleur moeten geven. Een kleine gasbrander naast een ouderwetse schoolpuntenslijper, rekken vol beitels en boren, raspen en gutsen.
Niets voor meisjes
Jamie Marie Lazzara zag in 1959 het levenslicht in Urbana, in de Verenigde Staten. „Een opleiding tot vioolbouwer zat er daar niet in, dat was niets voor meisjes. Daarom ben ik naar Florence getrokken. Nu mijn reputatie gevestigd is, komen Amerikaanse violisten hierheen om hun viool bij een vrouw te bestellen.”
In Florence studeert de jonge vrouw aan de Universita Internazionale d’Arte, waar zij zich de restauratietechnieken eigen maakt. Vervolgens studeert ze in Cremona, de stad waar ook Antonio Stradivari (1644-1737) woonde, die de meest beroemde snaarinstrumenten bouwde. Lazzara leert op authentieke wijze, geheel met de hand, violen te bouwen. „Natuurlijk kun je ook elektrisch gereedschap gebruiken. Dat gaat waarschijnlijk sneller, maar zeker niet beter. Daarom is er in de vioolbouw de eeuwen door weinig veranderd.”
Jamie Marie speelt ook zelf viool. „Een groot voordeel; onder de 300 vioolbouwers in Cremona waren er slechts twee die oorspronkelijk violist waren. De meesten bouwden violen en besloten vervolgens zelf ook les te gaan nemen. Maar als je al zo’n tien uur per dag druk bent met je werk, ga je thuis niet nog eens uren studeren. In mijn jeugd speelde ik minimaal zes uur op een dag en nog steeds werk ik mee in verschillende ensembles.”
Fotokopie hand
De bouw van een viool duurt bij Lazzara ongeveer drie maanden. „Daarna heb ik nog eens drie maanden nodig om het instrument op kleur te brengen. De samenstelling van het vernis is van groot belang, het bepaalt mede de klank. Er gaan zo’n dertig vernislagen over het hout. Wie Lazzara een instrument wil laten bouwen moet minimaal twee jaar op zijn beurt wachten. Inmiddels heeft een aanzienlijke groep solisten een ”echte Lazzara”. Voor de Israëliër Itzhak Perlman bouwde ze de ”Ex Soil”, een instrument van Stradivarius uit 1714, exact na. De Nederlanders Micha Molthoff en Arien de Graaf kochten hun viool aan de Via Dei Leoni. Sally Thomas, Sarn Oliver en vele anderen zetten op hun concerten een Lazzara onder de kin.
De vioolbouwer probeert het instrument zo goed mogelijk af te stemmen op de bespeler. Afhankelijk van hun wensen laat zij de klank zachter of nadrukkelijker zijn. Van hun linkerhand maakt zij fotokopieën, zodat deze de hals van het instrument perfect omsluit. De toonhoogte en de klank sluiten aan bij de violist, de balans tussen de vier snaren moet bewaard, terwijl het eigen karakter van de E- en de G-snaar behouden blijft.
Het hout voor de instrumenten haalt Lazzara meestal uit Noord-Italië, soms reist ze naar Duitsland. Duizenden stukken hout kan ze terzijdeschuiven, om ten slotte dat ene gave stuk met de juiste vlam te vinden. De speld in de hooiberg blijft voor haar niet verborgen.
Demonstratie
De voorliefde van Lazzara gaat uit naar renaissance-instrumenten, vooral naar lier en luit. „Leonardo da Vinci bouwde een lier, de ”Testa di Cavallo”, maar er is geen afbeelding van bekend. Door -wetenschappelijk- onderzoek heb ik vastgesteld hoe deze eruit moeten hebben gezien. Vervolgens heb ik dat instrument gebouwd. In het nieuwe Leonardo da Vincimuseum in het Zweedse Karlskrona zal het een plaats krijgen.” Bij de opening van het museum, deze maand, zal Lazzara -die als enige ter wereld de lyra da braccio als solo-instrument bespeelt- een demonstratie geven.
Naast viool, cello en lier bouwt ze ook andere instrumenten zoals de luit na. Probleem bij een citer was dat ivoor en schildpad, waarmee de dure renaissance-instrumenten waren belegd, niet meer gebruikt mogen worden. Daarvoor moest ze imitatiemateriaal gebruiken.
Jamie Marie werkt al meer dan twintig jaar in haar piepkleine werkplaats en wil deze niet verruilen voor een groter atelier. „Ik zit hier in een passende omgeving, de cultuur druipt hier in Florence van elke straatsteen af. De buurt heeft me geaccepteerd, omdat ik in de traditie pas. Inmiddels heeft mijn winkeltje een beschermde status gekregen van de plaatselijke overheid.”
Lazzara kan leven van haar inkomsten, maar rijk wordt ze er zeker niet van. „Ik betaal mijn belastingen en kan rondkomen. Maar ik heb ook niet veel nodig. Als ik een keer naar concert of theater ga, hoef ik nooit te betalen. Ik ben niet geïnteresseerd in geld en beroemd ben ik al. Mijn eigen concerten nam ik altijd op met een ouderwetse voicerecorder. Nu heb ik van Acoustiguide een nieuw hoogwaardig apparaat gekregen. Het leven hoeft dus niet duur te zijn.”