Binnenland

„Het geweld blijft door mijn hoofd spoken”

HAULERWIJK - Flessen suizen door de lucht. Zwaar vuurwerk ontploft. Omstanders draaien tijdens bluswerkzaamheden in de oudejaarsnacht in Haulerwijk de brandkraan dicht. De brandweer reageert geschokt. „Dit is te gek voor woorden.”

7 January 2008 11:47Gewijzigd op 14 November 2020 05:25
HAULERWIJK – De brandweer van Haulerwijk lag tijdens oud en nieuw ernstig onder vuur. Jongeren bekogelden de brandweerlieden in het Friese dorp met lege flessen en zwaar vuurwerk. Bevelvoerder Zandberg: „Dit kan zo niet langer.” Foto Harry Blokzijl
HAULERWIJK – De brandweer van Haulerwijk lag tijdens oud en nieuw ernstig onder vuur. Jongeren bekogelden de brandweerlieden in het Friese dorp met lege flessen en zwaar vuurwerk. Bevelvoerder Zandberg: „Dit kan zo niet langer.” Foto Harry Blokzijl

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) luidt de noodklok over agressie tegen hulpverleners. Aanleiding is het grote aantal incidenten rond oud en nieuw waarbij politieagenten, brandweerlieden en ambulancepersoneel slachtoffer werd van agressie en geweld. De VNG dringt aan op maatregelen.Veel dorpen kampen tijdens oud en nieuw met geweld tegen hulpverleners. Veel brandweermannen durven niet met naam en foto in de krant hun verhaal te doen, zo blijkt uit een rondgang van deze krant. „Dan liggen morgen de ruiten er bij mij uit”, zegt een brandweerman die anoniem wil blijven. „Ze weten je te vinden.”

De brandweer in Haulerwijk ligt tijdens de oudejaarsnacht ernstig onder vuur. Postcommandant Libbe Zandberg (44) kan er nog steeds niet over uit. „Ik heb dit nog nooit eerder meegemaakt.” Negentien jaar lang zet de Friese brood- en banketbakker zich als vrijwilliger in voor het plaatselijke brandweerkorps.

Drie keer moeten hij en zijn collega’s tijdens oud en nieuw uitrukken. Een brand in een leegstaande school in het nabijgelegen Waskemeer vergt drie uur inzet. „We waren om tien uur thuis. Daar gaat je oudejaarsavond.” Vervolgens vliegt om halftwaalf in hetzelfde dorp een caravan in de fik. Ver na middernacht komt een melding binnen over twee brandende caravans in het centrum van Haulerwijk.

„We moesten optreden, want de situatie was gevaarlijk. De twee brandende caravans stonden dicht bij een paar woonhuizen.” De vuurhaard trekt zo’n 200 toeschouwers. Een groepje agressieve dorpsbewoners keert zich onverwacht tegen de brandweermensen uit hun eigen dorp. „De jongelui besloten dat wij hun vreugdevuur niet mochten blussen.”

De onruststokers gooien een glasbak op z’n kant en bestoken de brandweer korte tijd later met drankflessen. De hulpverleners krijgen de grofste verwensingen naar hun hoofd geslingerd. Enkele omstanders pakken een brandweerman vast en belemmeren hem in zijn werk. Anderen slaan een van zijn collega’s de helm van zijn hoofd. De vrijwilligers voelen zich ernstig bedreigd.

„Ik heb direct de politie gebeld”, vertelt de bevelvoerder. Het duurt geruime tijd voordat de politie arriveert. „Ze waren in het andere dorp.” Zeer dichte mist hindert de agenten om effectief op te treden. „Op 2 meter afstand kun je zien wie iemand is, maar op 10 meter al niet meer.” Op een gegeven moment trekt ook de politie zich terug. De situatie is explosief.

Voor Zandberg is het een „schokkende” ervaring. „Dit kan niet. Dit lijkt nergens op. Het schijnt dat de jeugd het recht heeft dit te doen. Ik ben ook jong geweest, maar wij durfden niet eens iets te vernielen. Nu deinzen jongeren er niet voor terug om geweld tegen mensen te gebruiken.” De daders zijn volgens hem 16, 17, 18 jaar. „Dan mag je toch verwachten dat ze hun daden overzien.”

De postcommandant van Haulerwijk is niet bang uitgevallen. Dit buitensporige geweld gaat hem echter niet in de koude kleren zitten. De komende jaarwisseling eist de bevelvoerder aanwezigheid van de politie. „Zonder politie ga ik niet zomaar meer een brandje blussen. We wachten eerst totdat er voldoende agenten zijn gearriveerd. Of er moeten mensen gevaar lopen. Daar kunnen we onze kop natuurlijk niet voor wegdraaien”, verklaart de Fries fier.

Bij de eerstvolgende brand rukt Zandbergen met gemengde gevoelens uit. „Een brandje is wel eens leuk. Maar dit kan niet. Zoiets verwacht je in de grote steden, maar niet op het platteland.” De gebeurtenissen in het 3300 inwoners tellende dorp is voor de werknemer van de plaatselijke bakkerij extra vervelend. „Je komt deze mensen straks weer tegen in het dorp. Ik zal proberen zo normaal mogelijk te doen, maar ik zal ze niet omhelzen. Er blijft toch altijd iets van hangen.”

De brandweer heeft tegen vier daders aangifte gedaan. Een vijfde volgt vandaag. Vanavond bespreekt het twaalfkoppige korps het voorval met de politie. „We praten er met elkaar over.” De eerste nacht heeft Zandberg geen oog dichtgedaan. „Het blijft toch door je hoofd spoken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer