„Taalgebruik overheid soms al te simpel”
DEN HAAG - De versimpeling van het taalgebruik van de overheid en bedrijven dreigt door te schieten. Tot die conclusie komen enkele vooraanstaande wetenschappers in het januarinummer van Onze Taal, dat dit weekeinde verschijnt.
Zo laat tekstwetenschapper Jan Renkema zien dat de onlangs verschenen Grondwet in begrijpelijk Nederlands tot allerlei misverstanden aanleiding geeft. „De eis van ”juridische precisie” blijft altijd op gespannen voet staan met de eis ”begrijpelijk voor iedereen””, meent Renkema, bekend van de Schrijfwijzer en al lang betrokken bij pogingen de overheidscommunicatie te verbeteren.Wie teksten wil vereenvoudigen, grijpt meestal naar het korter maken van zinnen en het kiezen van gemakkelijke woorden. Zeker zo belangrijk is echter dat een tekst bij de voorkennis van de lezer aansluit. Omdat die vaak moeilijk in formules te vatten is, is het meten van de moeilijkheidsgraad van een tekst lastiger dan vaak wordt gedacht, betogen de taalwetenschappers Carel Jansen en Leo Lentz. Ze ontdekten dat volgens een recente meetmethode slechts 15 procent van de volwassen Nederlanders het kinderboek ”Pinkeltje” van Dick Laan zou begrijpen.
Jan de Jong, deskundige op het gebied van toespraken, stelt dat „Nijntjetaal” in een formele tekst als de Troonrede niet op zijn plaats is. Een zinnetje als „Dat is mooi”, die in een vereenvoudigde tekst van de Troonrede stond, klinkt uit de mond van koningin Beatrix al snel „enigszins belachelijk.”
Het huidige kabinet wees vorig jaar in het regeerakkoord op het belang van „eenvoudig en zorgvuldig” Nederlands. Deskundigen maken in Onze Taal duidelijk dat zo’n streven lof verdient, maar niet altijd de oplossing is.