„Geen dief van eigen portemonnee”
De patiëntenzorg in academische ziekenhuizen staat op de tocht. Ook de opleiding van jonge dokters. En dat allemaal omdat medisch specialisten die hetzelfde werk doen, niet hetzelfde salaris krijgen. Simpelweg omdat ze in verschillende ziekenhuizen werken. „We voeren geen actie omdat we er lol in hebben, maar we hebben ook geen zin om een dief van onze eigen portemonnee te zijn.”
Prof. dr. P. E. Postmus is longarts in het VU-ziekenhuis in Amsterdam en werkt standaard 50 tot 60 uur per week. „Er is geen dag dat ik niet werk.” Erg vindt hij dat niet, want hij is met hart en ziel medisch specialist én hoogleraar. De veelheid aan verschillende werkzaamheden boeit hem. „Ik begeleid patiënten, geef college aan studenten, doe onderzoek en treed regelmatig op als spreker tijdens congressen in binnen- en buitenland.” Met opereren houdt Postmus zich niet bezig. „Snijden doet de chirurg.”
Medisch specialist ben je niet zomaar. Er gaat volgens Postmus een studie van zo’n vijftien jaar aan vooraf. „En dan moet je ook nog het geluk hebben dat je in één keer wordt ingeloot. Mijn dochter is vier keer uitgeloot. Dan moet je heel gemotiveerd zijn om vol te houden.”
Het aanvangssalaris van een medisch specialist ligt op 4054 euro per maand. Tenminste, als hij in een academisch ziekenhuis werkt. Zijn collega in een algemeen ziekenhuis krijgt voor hetzelfde werk 5000 euro. Het verschil in beloning blijft bestaan. Als beiden op hun maximum zitten, scheelt het 15.000 tot 20.000 euro per jaar, aldus Postmus. „Bovendien bereikt een medisch specialist in een algemeen ziekenhuis al na zes tot acht jaar de top, zijn collega in een academisch ziekenhuis pas na veertien of vijftien jaar.”
De gevolgen van deze onrechtvaardigheid laten zich raden, aldus de VU-arts. „Steeds meer medisch specialisten trekken de deur van het academisch ziekenhuis achter zich dicht en gaan in een algemeen ziekenhuis werken. Ze zijn een dief van hun eigen portemonnee als ze dat niet doen.”
Postmus maakt zich over zijn eigen salaris niet druk. Met 25 jaar ervaring als arts, waarvan twintig jaar als medisch specialist, en een hoogleraarschap heeft hij financieel niets te klagen. „Ik maak me wel bezorgd over jonge collega’s. Ze trekken weg en er komen er te weinig bij. De gemiddelde leeftijd in mijn medische staf is 50 jaar. Dat is niet gezond.”
Er moeten twee dingen snel veranderen, beklemtoont Postmus. „Een medisch specialist in een academisch ziekenhuis moet bij aanvang flink meer verdienen en sneller doorgroeien naar zijn maximum. Dat kost in totaal 15 tot 30 miljoen euro. Omgerekend per academisch ziekenhuis: nog geen 4 miljoen. Het VU-ziekenhuis heeft een begroting van 600 miljoen per jaar. Het gaat dus om een bedrag van drie keer niks.”
De Vereniging van Academische Ziekenhuizen (VAZ) was met de salarisverhoging akkoord, op voorwaarde dat het kabinet een zak met geld zou geven. Dat leek dit voorjaar het geval, ware het niet dat het kabinet in demissionaire toestand verkeerde en niet over zijn dood heen wilde regeren. Alle hoop was dus gevestigd op de nieuwe regering. Die heeft inmiddels bij monde van minister Bomhoff van Volksgezondheid laten weten dat het extra geld er niet komt, omdat het er niet is. De beer in academisch ziekenhuisland is nu los.
Dinsdag voeren de medisch specialisten in de academische ziekenhuizen actie. Ze draaien zondagsdienst: alleen spoedgevallen worden behandeld en de poliklinieken blijven dicht. Postmus is als woordvoerder van de Orde van Medisch Specialisten (OMS) nauw bij de acties betrokken. „Laat het duidelijk zijn: We doen dit niet voor de lol. We gaan liever met z’n allen hard aan het werk. Maar er moet nu iets gebeuren. Anders gaat het helemaal fout in de academische ziekenhuizen.”
De acties zouden volgens Postmus „zo zorgvuldig mogelijk” plaatsvinden. „We hebben geen patiënten afgezegd die al een paar weken op een longkankeroperatie wachten. Dat kun je niet uitstellen. En ook de bestralingen zijn gewoon doorgegaan; die kun je niet onderbreken.”
Postmus sluit nieuwe acties niet uit. „Ik denk aan het platleggen van het onderwijs aan de studenten geneeskunde. Dan hebben we pas echt een groot probleem. Het onderwijs verloopt in blokken van vier tot zes weken. Haal je er één week tussenuit, dan vervalt het hele blok. Dan kunnen studenten geen tentamen doen en loopt het hele onderwijs vast.”