Confrontaties tussen soennitische en sjiitische moslims in de door stammen beheerste Pakistaanse regio Kurram hebben 21 mensen het leven gekost en inmiddels is er een avondklok van kracht.In de Afghaanse provincies Khost en Paktia zijn zeker negenhonderd voornamelijk soennitische Pakistaanse families aangekomen. Het gaat daarbij merendeels om vrouwen en kinderen die hulp zoeken bij vrienden en kennissen.

„We hebben de situatie onder controle. Het zijn geen dreigende getallen. Deze conflicten duren nu al 30 jaar”, aldus Arsallah Jamal, de gouverneur van Khost, waar tussen de vier- en vijfhonderd Pakistaanse gezinnen hun toevlucht hebben gezocht.

Abdul Rahman Mangal, de vice-gouverneur van het aangrenzende Paktia, zag zo’n 480 gezinnen zijn kant opkomen, waaronder enkele tientallen Afghaanse gezinnen die in Pakistan woonden.

Kurram, een deels zelfstandige regio die aan Afghanistan grenst, is vaak het toneel van sektarisch geweld. Zo vielen in april bij een aanslag op een sjiitische moskee vijftig doden en kwamen in november nog eens 91 mensen om het leven in drie dagen van geweld. Sindsdien gold er een staakt-het-vuren. Het is niet duidelijk waarom dit staakt-het-vuren afgelopen week werd doorbroken.

Hoewel de meeste sjiieten en soennieten in vrede naast elkaar leven in Pakistan, zijn er ook extemisten aan beide zijden. Zij richten zich op de leiders en activisten van de andere zijde. De soennieten en sjiieten kennen al onenigheid sinds de 7de eeuw over wie de werkelijke erfgenaam van Mohammed zou zijn.