Halve ecologische revolutie in Milaan
MILAAN - Automobilisten moeten vanaf dit jaar betalen als ze Milaan in willen. Of het milieu daarmee is geholpen, is maar de vraag. Er zijn veel uitzonderingen op de maatregel.
Bestuurders van verouderde auto’s moeten vanaf vandaag betalen als ze met de auto de binnenstad van Milaan in willen. De Italiaanse stad heeft op 43 punten in de stad verkeerssluizen ingesteld met camera’s voor automatische controle. Dit systeem moet op termijn leiden tot vermindering van de uitstoot van fijnstof met 30 procent.De maatregel geldt voor wie een auto met benzine- of dieselmotor rijdt met een lage Europese emissiestandaard (Euro 0-2, een standaard uit 2000). Eigenaren van nieuwere modellen, vanaf Euro 3, kunnen zonder betalen de stad in. Ook bestuurders van scooters, ongeacht het bouwjaar van hun voertuig, hoeven hun portemonnee niet te trekken.
Wie met een vervuilende auto toch richting bijvoorbeeld het operahuis La Scala wil, kan een dagkaart kopen, zelfs tot 24 uur na het bezoek. De prijs van een dagkaart varieert van 2 tot 10 euro (voor auto’s van voor de invoering van het Europredicaat). Er zijn ook voordelige abonnementsvormen beschikbaar, die korting bieden tot 50 procent. In de praktijk heeft de bestuurder van een oude auto voor iets meer dan 1 euro per dag toegang tot de stad.
Het Milanese ecologische verkeerssysteem heeft 2 miljard euro aan investeringen gekost. Burgemeester Letizia Moratti van Milaan beschouwt het als een prestigeproject. In een gepersonaliseerde brief aan bijna 800.000 huishoudens en bedrijven schreef ze vorige maand dat „Milaan vooraan in de wereld staat in de strijd tegen de vervuiling. Londen is bezig, New York probeert het, maar wij zijn al begonnen.”
Dat lijkt een tikkeltje overdreven. In Londen, waar in 2003 de zogenaamde Congestion Charge werd ingevoerd, zijn weinig automobilisten uitgezonderd van betaling. Ook de nieuwste automodellen kunnen niet gratis de stad in. De prijs voor een dagkaart (omgerekend 12 euro) is ook hoger dan in Milaan.
In de op een na grootste stad van Italië geldt een waslijst van uitzonderingen. Wie bijvoorbeeld invalide is, hoeft niet te betalen. De gemeente heeft maar liefst 20.000 invalidenpassen verstrekt. Ook workaholics kunnen doorrijden. Het sluissysteem functioneert tussen zeven uur ’s ochtends en halfacht ’s avonds. „Een halve revolutie met veel uitzonderingen”, schrijft auteur Beppe Severgnini deze week in zijn column in Corriere della Sera. „En dat is de manier waar wij Italianen van houden, nietwaar?”
In Italië is het autobezit per hoofd van de bevolking het hoogst ter wereld, na de Verenigde Staten. Het openbaar vervoer functioneert over het algemeen matig. Het is dan ook geen wonder dat veel Italiaanse steden een smogprobleem hebben. In het voorjaar, als de fijnstofuitstoot de hoogste waarde haalt, voeren nogal wat steden noodgedwongen autoluwe dagen in. Meestal wordt dan het systeem van nummerafwisseling gehanteerd, waarvoor een peloton verkeersagenten moet worden opgetrommeld. De ene dag mogen de kentekens die eindigen met een even nummer de stad in, de andere dag is de beurt aan de oneven nummerborden.
Ook in het vrijwel industrieloze Rome is smog een groot probleem. Weliswaar introduceerde de hoofdstad al in 2001 een systeem van betaalde toegang tot de binnenstad, maar dat heeft nauwelijks tot vermindering van verkeersoverlast geleid. Wel is per vandaag de stad voor altijd verboden gebied voor oude dieselauto’s en scooters, zo maakte de wethouder van Verkeer bekend.