Tot nu toe was juli met een waardevermindering van 17 procent dit jaar de zwartste maand voor beleggers.

Tot en met maart kabbelde de effectenbeurs in Amsterdam kalm voort. Maar in april (min 4 procent), mei (min 5) en juni (min 9) ontstond enige onrust over de werkelijke kracht van de Nederlandse economie. Een behoorlijk aantal bedrijven bracht tegenvallende winstcijfers en sombere verwachtingen naar buiten. Sommige ondernemingen waren gedwongen personeel buiten de deur te zetten. Het consumentenvertrouwen kreeg een lelijke knauw.

In juli verergerde het beeld op de beurzen. Vooral door boekhoudschandalen in de Verenigd Staten bij onder meer WorldCom en Enron sloeg de vrees de beleggers in New York, maar ook in Amsterdam en elders, om het hart. Signalen dat de wereldeconomie in 2002 waarschijnlijk niet meer krachtig zal aantrekken, versterkten het doemdenken.

Dat werd er niet beter op toen de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) als toezichthouder op de sector bij 200 van de bijna 1000 pensioenfondsen in Nederland aandrong actie te ondernemen. De malaise op de beurs had een fiks deel van hun buffer weggevreten. Spanningen in het Midden-Oosten, het risico van een oorlog tussen de VS en Irak en een stijgende olieprijs gooiden olie op het vuur.

In augustus (plus 2 procent) leek het tij even te keren. Maar in september hervatten de internationale beurzen, met die van New York voorop, hun glijvlucht. Beleggers hielden hun twijfels over de derdekwartaalcijfers van het bedrijfsleven. Meer signalen dat de opleving van de economie pas in 2003 komt, droegen bij aan de ingezette daling. Zwaardere dreigementen van George Bush richting de Iraakse leider Saddam Hussein versterkten ten slotte het negatieve sentiment.