Miljardentekort bij pensioenfondsen
Driehonderd van de duizend Nederlandse pensioenfondsen zitten met een koersgemiddelde van de AEX-index van 300 punten op de beurs in Amsterdam in de problemen.
Gezamenlijk hebben zij op dat moment een tekort van 23 miljard euro. Dat schreef de toezichthouder Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) maandag in een brief aan de pensioenfondsen.
De AEX kwam maandag weer onder de 300-puntengrens. Klimt de graadmeter dit jaar nog naar 400 punten, dan hebben nog altijd 200 fondsen een tekort. Het gemiddelde dekkingspercentage is dan 112. Bij een dekkingspercentage van 100 kan een pensioenfonds nog net aan zijn toekomstige verplichtingen voldoen. De PVK ziet vooralsnog geen reden tot verkoop van aandelen.
De pensioenfondsen moeten „zich beraden op maatregelen om een (dreigende) verstoring van het financieel evenwicht te herstellen”, schrijft de PVK. Welke maatregelen dat concreet zijn, laat de kamer in het midden. Wel suggereert zij de fondsen „een tijdelijke of structurele aanpassing van het beleggingsbeleid te overwegen.”
In de brief komt de toezichthouder ook met aanvullingen op het huidige PVK-beleid. Zo dient een pensioenfonds bij een dekkingsgraad van minder dan 100 procent „onmiddellijk te handelen om deze situatie op korte termijn, zeker binnen een jaar, te herstellen.” Het op peil brengen van de buffers mag meer tijd kosten. De PVK noemt hier tussen de twee en de acht jaar.
Werkgeversorganisatie VNO-NCW stelt dat de PVK als toezichthouder te veel eist. Eén jaar om de huidige tekorten weg te werken komt neer op een „zeer forse financiële aanslag op een moment dat het economisch niet voor de wind gaat.” De ondernemingsorganisatie pleit dringend voor een periode van drie jaar waarin de pensioenfondsen hun dekkingsgraad op orde kunnen brengen.
Daarbij verwijst VNO-NCW naar het advies dat binnen de Sociaal-Economische Raad (SER) is afgesproken. Daarin staat dat pensioenfondsen tijdelijk onder een dekkingsgraad van 100 procent mogen uitkomen als ze daarbij concrete plannen kunnen overleggen om binnen drie jaar weer terug te keren op het vereiste peil.
Binnen twaalf maanden het gat van een fonds dichten is een kostbare reparatie, stelt VNO-NCW. Op korte termijn moeten betrokken ondernemingen waarschijnlijk miljarden euro’s fourneren. „Of het desbetreffende bedrijf betaalt de rekening voorlopig zelf, ten laste van de winst, of de loonkosten lopen sterk op door hogere pensioenpremies.” De werkgevers vrezen voor de concurrentiepositie en de werkgelegenheid.
Ook de vakcentrale FNV is tegen een strikte herstelperiode van een jaar. „Een langere periode moet mogelijk zijn”, stelt bestuurder H. van der Kolk. Anders dreigen de premies te snel te stijgen, waardoor de loonkosten stijgen en de werkgelegenheid afneemt. Pensioenen niet meer indexeren is voor Van der Kolk evenmin een optie. De derde mogelijkheid, het verkopen van aandelen, leidt alleen maar tot nog lagere koersen, meent de FNV.