Gods Geest
„De wind blaast waarheen hij wil en gij hoort zijn geluid.”
Johannes 3:8 Een overtuigde zondaar weet dikwijls in het begin zelf niet waar de wind van Gods Geest heengaat, hoe ver deze hem brengen zal en hoe lang en hoe ver ze zal doorwaaien. Al weet hij in dat opzicht niet waar de wind van Gods Geest heengaat, hij bespeurt echter wel dat de werking van de Geest, die gevoelige aanblazingen, langzaam ophouden. Soms voelt hij ze voor een tijdje niet meer.
Jezus mocht terecht wel zeggen: Gij weet niet waar hij heengaat. Zo weet een zondaar, die door Gods Geest aangeblazen en overtuigd is geworden, van tevoren niet altijd of het uitlopen zal op een algemene overtuiging van de Geest of niet; of het misschien geen morgenwolk zal zijn die haast verdwijnt. En dat terwijl een overtuigde ziel daarover in het eerst bezorgd was.
Zo gaat het nog. De een vreest dat het zo’n overtuigde zondaar nog in de hersenen zal slaan, een ander oordeelt dat het nu geheel mis met hem zal gaan en dat hij op een dwaalweg is. Als Gods Geest echter werkt in de uitverkoren zondaar op een wijze die overeen stemt met de wind in de lucht, wordt in het hart van de uitverkoren zondaar op een onzichtbare voor de natuurlijke mens onbegrijpelijke en krachtdadige wijze de zaligheid uitgewerkt.
Joachimus Mobachius,
predikant te Den Bosch
(De staat van een uitverkorene, 1744)