„Er is verwachting voor het Joodse volk”
HARDINXVELD-GIESSENDAM - „De vijandschap van orthodoxe Joden tegenover de Messiasbelijdende gemeente in Arad is groot. Maar de Bijbel laat me zien mijn vijanden lief te hebben.”
Dat zei Yakim Figueras, voorganger van de Messiasbelijdende gemeente in de Israëlische stad Arad, vrijdag in Hardinxveld-Giessendam op de landelijke Israëldag van het deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten.De stad Arad telt 25.000 inwoners. Ongeveer dertig volwassenen en vijftien kinderen bezoeken op sabbat de bijeenkomsten van de Messiasbelijdende gemeente, waar vier verschillende talen gesproken worden. Figueras zei dat al vier jaar lang orthodoxe Joden hem en zijn gemeente belagen met leuzen als: „Dat jullie vrouwen weduwen en je kinderen wees worden.” „Toen ik vier jaar geleden eens over Numeri 21 sprak, waar staat dat de koning van Arad tegen Israël streed, wist ik al dat we aangevallen zouden worden. En zie, dat gebeurt”, zei hij vrijdag.
Figueras noemt dit een strijd tussen vlees en geest. Op pamfletten wordt zijn echtgenote afgeschilderd als een gevaarlijke vrouw. „Desondanks kunnen we zingen en God loven. We stappen niet naar de rechter, maar laten het aan de Heere over. De Bijbel leert ons dat we door vervolgingen zullen heengaan. Dat is tot bevordering van het Evangelie. Bij alles wat we doen, is het steeds de vraag: Wat is goed voor de zaak van Jezus Christus? Bid daarom voor de mensen die ons tegenstaan.”
Christus is gekomen tot het Zijne, tot Zijn eigen land en Zijn eigen volk, maar zij hebben Hem niet aangenomen”, zei ds. C. J. Meeuse, voorzitter van het deputaatschap voor Israël in zijn openingswoord. Hij zei dat het hem raakt als hij door Kapernaüm, Galilea, Samaria en Jeruzalem loopt, waar ook Jezus heeft gelopen en gepreekt en waar Hij uiteindelijk aan het kruis genageld is. „Toch zijn het de beminden om der vaderen wil. Het grote geheim van het Evangelie is dat vijanden met God verzoend worden. Wie dat geheim kent, heeft verwachting voor het Joodse volk.”
Ds. W. Silfhout, vicevoorzitter van het deputaatschap, vertelde over twee nieuwe projecten in Nazareth en Sderot. In Nazareth-Illit, waar veel armen, ouderen en sociaal zwakkeren wonen, biedt het deputaatschap op bescheiden schaal hulp aan ouderen. Volgend jaar wil men dat uitbreiden en zo mogelijk op grotere schaal voorzieningen aan de samenleving bieden.
In Sderot, een plaatsje dat voortdurend vanuit de Gazastrook met Palestijnse raketten wordt bestookt, biedt het deputaatschap via de organisatie Gvanim Association for Education and Community Involvment psychosociale hulp aan getraumatiseerde kinderen. Volgend jaar wil men ook die hulp uitbreiden.
Ook in Arad, waar de Messiasbelijdende gemeente op zoek is naar een andere vergaderplaats, wil het deputaatschap in financieel opzicht de helpende hand bieden.
Iz. van Rijssel, Oost-Europamedewerker van het deputaatschap, vertelde in de middagbijeenkomst over zijn werk in Oekraïne, waar hij twee en een half jaar werkzaam is. „Ook hier worden de Joden belaagd door de wereld. Ook in sommige baptistenkerken is sprake van antisemitisme”, zei Van Rijssel.
Jaarlijks bezoekt hij vanuit zijn woonplaats Novograd verschillende plaatsen waar hij seminars belegt over de Heidelbergse Catechismus. Van Rijssel verhaalde van zowel zegen als teleurstelling. Komend jaar heeft hij veertien reizen gepland.
Ds. C. Neele sprak over de geschiedenis van de Evangelieverkondiging onder Israël, toegesneden op het leven van de in 1795 geboren Portugese Jood Abraham Capadose.