Thüringen probeert opvoedpremie
BERLIJN - De Duitse deelstaat Thüringen biedt een premie voor het thuis opvoeden van kinderen. Over vijf jaar is het misschien de praktijk in heel Duitsland. Maar critici vrezen voor negatieve gevolgen. Ook bondskanselier Merkel schijnt de kleintjes liever op de crèche te zien.
Vandaag de dag zou hij waarschijnlijk een ”mannelijke supernanny” (opvoeder die optreedt in televisieprogramma’s) worden genoemd. De Thüringer pedagoog Friedrich Fröbel (1782-1852) kende echter geen tv. Zelfs nog geen kleuterschool; daar was hij namelijk grondlegger van. Veel van zijn pedagogische ideeën en speelmaterialen (zoals houten geometrische vormen) zijn inmiddels wereldwijd gemeengoed. En het Duitse woord ”Kindergarten” komt inmiddels wereldwijd voor.De peuter van nu gaat het ongetwijfeld beter dan 170 jaar geleden. Maar Fröbels thema’s zijn nog steeds actueel.
Kinderverwaarlozing is bijvoorbeeld zo’n thema. In Fröbels tijd kwam het voor doordat veel vrouwen in de fabriek moesten werken, nu omdat het onlosmakelijk met armoede te maken heeft. En in Duitsland leven naar schatting 1,7 miljoen kinderen onder de armoedegrens.
De recente kinderdodingen door twee moeders in Plauen en Darry plaatsten het thema boven aan de politieke agenda. Daarnaast is er, nog steeds, een schreeuwend tekort aan kinderopvang.
De Duitse gezinsminister Ursula van der Leyen van de christendemocraten wil dan ook het aantal opvangplaatsen voor kinderen tussen de 0 en de 3 jaar tot 2013 verdrievoudigen tot 750.000. Zo groot is de behoefte.
Maar er moet meer gebeuren. De conservatieve christendemocraten die besluiten hun kind thuis op te voeden, moeten ook worden ondersteund. Men denkt aan financiële steun van 150 euro per maand. Tegen de zin van de minister en bondskanselier Angela Merkel onderstreepte het CDU-partijcongres deze wens eerder deze maand. Merkel hield de boot af door te stellen dat de premie er pas komt als er voldoende kinderopvang is.
Aanrecht
De kinderopvang in Duitsland laat nog de traditionele oost-westtegenstelling zien. In het oosten gaat zo’n 40 procent naar een oppasmoeder of crèche. In het westen is dit nog geen 10 procent. Vooral de CSU/CDU-bolwerken Bayern en Baden-Württenberg staan sceptisch tegenover kinderopvang.
Opvangsceptici wordt verweten vrouwen achter het aanrecht te willen houden. De opvoedpremie zou bovendien de verwaarlozing van kinderen in de hand werken en de kansenongelijkheid tussen arme en rijke kinderen vergroten.
Het oostelijke Thüringen is de enige deelstaat met ervaring. Ouders met een tweejarig kind hebben recht op een plaatsje voor hun kleine in de opvang, en sinds juni vorig jaar ook op de opvoedpremie wanneer ze hun zoon of dochter nog een jaartje thuis willen houden.
De elf kinderdagverblijven in Weimar en Jena van de ”Arbeiterwohlfahrt” merken het verschil. Zo’n 10 procent minder aanmeldingen van tweejarigen, maar alleen in sociaal zwakke buurten. „Dat is zorgelijk, want juist arme gezinnen hebben moeite met geld”, weet Margit Fischer, verantwoordelijk voor de crèches bij de organisatie. „Extra geld gaat dan snel op aan een gameboy of een nieuwe merkbroek.”
Over heel Thüringen is de daling minder sterk. Vorig jaar was het bijna 80 procent, nu gaat nog altijd 73 procent van de tweejarigen naar de ”Kindergarten”. „Het is logisch dat ouders zo’n voorziening gebruiken als die in het leven wordt geroepen”, weersprak woordvoerder Schulz van het gezinsministerie van Thüringen de kritiek. „Nu hebben ouders tenminste echt keuzevrijheid. Wij willen dat het geld daar naartoe vloeit waar het kind wordt opgevoed.”
Afweging maken
Een brede beweging in Thüringen is het met de herverdeling van de gelden oneens en diende zelfs (vergeefs) een aanklacht in bij het constitutioneel hof. Christian Stadali van de ”Paritätische Wohlfahrtverband” meent dat gezinnen nu een afweging moeten maken „met het mes op de keel.” „Een doorsneegezin verdient nergens zo weinig als in Thüringen. Honderdvijftig euro maakt snel veel uit, en de eigen bijdrage voor de opvang bedraagt soms ook meer dan 100 euro. Principieel zijn we niet tegen opvoedgeld, maar nu worden ouders te veel aangemoedigd hun kinderen thuis te houden.”
Stadali’s organisatie, waar meer dan 300 sociale, niet-christelijke groepen bij zijn aangesloten, ziet net als Von der Leyen en Merkel meer heil in tegoedbonnen, bijvoorbeeld voor het zwembad, zodat het geld ook echt het kind ten goede komt.
Deze vorm van paternalisme is ondenkbaar voor Kurt Herzberg van de Katholieke Gezinsbond in Thüringen: „Als ik ouders het opvoedgeld niet kan toevertrouwen, dan kan ik ze andere opvoedkundige beslissingen ook niet toevertrouwen”, meent hij.
De Gezinsbond is een warm voorstander van de opvoedpremie. „Niet ieder kind is rijp voor de crèche. Het beste weten de ouders dat. Het zou niet eerlijk zijn als de staat alleen geld investeert in kinderen die naar de crèche gaan.” Herzberg beseft dat ouders het geld over de balk kunnen smijten. „Maar”, zegt hij, „wanneer ze problemen hebben met opvoeden dan moet je de ouders hulp aanbieden, in plaats van ze ertoe te bewegen het kind naar de crèche te sturen.”
De opgave die Fröbel ’zijn’ kindergarten meegaf, zullen de minsten tegenspreken: dat kinderen „gedijen zoals de gewassen in een tuin onder de hemelse zegen en het zorgende oog van de tuinman.” Of de tuinman vanaf het tweede of derde levensjaar meekijkt, zal Fröbel waarschijnlijk geen hoofdpijn hebben bezorgd.