Afscheid van een huisvriend
BERGAMBACHT - Na meer dan een eeuw valt deze week definitief het doek voor het Gereformeerd Weekblad. Het blad, gelezen door generaties hervormd-gereformeerden, draaide al langere tijd met verlies. Deze zomer besloot de uitgever de uitgave definitief te stoppen. Vier betrokkenen vertellen over het verscheiden van een ”huisvriend”: hoofdredacteur ds. W. van Gorsel, de 95-jarige A. Boer, ds. L. W. Ch. Ruijgrok en drs. P. J. Vergunst.
Ds. W. van Gorsel (76) uit Bergambacht was bijna dertig jaar hoofdredacteur van het Gereformeerd Weekblad. Heel dramatisch doet de hervormde emeritus predikant niet over het opheffen van zijn blad. „Het zat er al langere tijd aan te komen. Steeds zei de uitgever tegen ons: Nu moet de stekker er echt uit, we draaien verlies en dat gaat zo niet langer. Afgelopen zomer viel het doek definitief. Op oudejaarsdag hebben de abonnees het allerlaatste nummer in de bus.”Ds. Van Gorsel was sinds 1978 hoofdredacteur. „We hadden een driemanschap: ds. H. Visser, ds. J. Maasland en ik. En de anderen zeiden direct: „Jij moet maar hoofdredacteur worden.” Je zou kunnen zeggen dat ik direct omhoog gevallen ben.”
In de hoogtijdagen telde het blad bijna 8000 abonnees. „Nu zijn dat er nog zo’n 1500. Er wordt wel gezegd dat de scheuring in 2004 in hervormde kring tot de opheffing heeft geleid, maar dat is niet waar. We hebben toen wel enkele honderden abonnees verloren, maar de neergang was al aan de gang. De ontlezing, ook onder ons, heeft de meeste schuld aan de opheffing van het Gereformeerd Weekblad, denk ik.”
De predikant uit Bergambacht zal het wekelijkse overleg met de drukker op maandag missen. „Maar ik houd erg van lezen en er is nog genoeg te doen. Ook voor een emeritus predikant.”
Te veel
Arie Boer (95) uit Bergambacht is een van de oudste abonnees van het Gereformeerd Weekblad (GW). Hij vindt het jammer dat het blad verdwijnt. „Al had ik op zondag bijna te veel te lezen.”
Een kleine veertig jaar is hij abonnee. „Ik weet niet precies hoelang, maar al een hele tijd.” Door zijn brievenbus gleed echter niet alleen iedere week het Gereformeerd Weekblad. „Wij zijn geabonneerd op het Reformatorisch Dagblad, op De Waarheidsvriend en op Visie. En als je dat allemaal bij wilt houden, dan gaat dat bijna niet meer.”
Zijn vrouw was meer verknocht aan het Gereformeerd Weekblad dan hijzelf. „Ik vind De Waarheidsvriend ook altijd wel erg interessant. Daar wordt meer geschreven over kerkelijke onderwerpen. En omdat ik lange tijd ambtsdrager ben geweest, las ik dat blad altijd graag. Tegenwoordig vind ik een blad als Visie toch ook wel erg aardig om te lezen. Dan blijf je wat bij. Er is zo veel aan de hand in onze tijd. En ik wil die ontwikkelingen graag blijven volgen.”
In zijn jongere jaren wierf Boer veel abonnees voor het GW. „En de laatste tijd gaf ik hem ook vaak door.”
Missen zal hij het Gereformeerd Weekblad zeker. Maar vervelen zal Boer zich niet. „Ik schrijf columns over vroeger in de kerkbode. En een mens kan nu eenmaal niet alles.”
Huisvriend
Met het verdwijnen van het Gereformeerd Weekblad verdwijnt een oude huisvriend, meent de hersteld hervormde predikant ds. L. W. Ch. Ruijgrok, een van de vaste scribenten. „Vroeger moest het blad gescheurd worden. Ik zie het nog voor me: vader, moeder of oma die het blad langs de vouwrand scheurden. Dat ik later tot de medewerkers van dit blad zou gaan behoren, kon ik toen niet bevroeden. Hoe wonderlijk zijn Gods wegen.”
De predikant uit Monster ziet het verdwijnen van het Gereformeerd Weekblad als een nieuw symptoom van de teloorgang van de hervormd-gereformeerde beweging. „Bezien we de geschiedenis, dan kunnen we zeggen: Het blad heeft niet alleen aan de basis van deze beweging gestaan, maar daar ook mede leiding aan gegeven. Mannen die onder Gods zegen van grote betekenis voor deze beweging zijn geweest, zoals prof. dr. J. Severijn, ds. I. Kievit, ds. J. van Sliedregt, ds. W. L. Tukker en ds. A. Vroegindeweij, schreven erin. Krachtig bepleitten ze zowel een Schriftgebonden geestelijk leven als een Schriftgebonden kerkelijk leven. De oude vaderlandse kerk had de liefde van hun hart. Wat is er van dit alles overgebleven?”
Meer dan een eeuw lang is er door middel van het Gereformeerd Weekblad gezaaid, aldus ds. Ruijgrok. „De Heere weet wat de vrucht ervan is. Het verdwijnen van het blad stemt tot ootmoed en nadenken. Wat is de geestelijke achtergrond hiervan? Niets staat immers los van Gods voorzienigheid. Gode zij dank, de Kerk is niet van ons, maar zij is des Heeren.”
Grote betekenis
Niet de uitgever of de redactie heeft besloten dat jaargang 108 de laatste van het Gereformeerd Weekblad was, dat deden de vertrekkende abonnees of degenen uit de doelgroep die zich nooit abonneerden, meent de hoofdredacteur van De Waarheidsvriend, drs. P. J. Vergunst. „Daarmee maak ik hen niet verantwoordelijk, want het gaat ook bij kerkelijke periodieken om een op de tijd toegesneden formule. Ergens in de afgelopen jaren is het misgegaan in het zoeken naar de manier waarop de aloude én actuele gereformeerde boodschap de huizen en de harten zou kunnen binnenkomen. Het kerkelijk uiteengaan van hervormd gereformeerden kwam hier nog bovenop, waarbij het niet willen of kunnen kiezen tussen meegenomen worden of weggaan ook een keuze bleek.”
Volgens Vergunst moet vooral gekeken worden naar de grote betekenis van het Gereformeerd Weekblad in de afgelopen tijd. „Duizenden diepgravende meditaties en artikelen van hervormd gereformeerde medearbeiders van God waren steentjes aan de bouw van Zijn huis. Niet ijdel in de Heere, waar gebouwd is op het gelegde fundament. Daarom: omzien in dank. Tegelijk: verlies dat deze tijd voorbij is.”
Volgens de algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond had het Gereformeerd Weekblad vanouds een sterk profiel, zij het minder kerkelijk in zijn oriëntatie dan De Waarheidsvriend. „Het deed ds. G. Boer als hoofdredacteur van De Waarheidsvriend ooit verzuchten dat hij de last van het verschijnen van het GW moest dragen.” Vergunst: „De veelkleurigheid van de kerkelijke pers maakt dat de oud abonnees niet zonder blad voort hoeven gaan, denkend aan Ecclesia of Om Sions Wil. En er is natuurlijk ook nog een ander blad”, voegt hij er veelbetekenend aan toe.